Michail Gorbatsjov

Ruud Hawinkels

De eerste Russische leider die in de VS populairder was dan de president zelf. In eigen land echter gehaat vanwege het uiteen laten vallen van de Unie van Socialistische Sovjet Republieken (USSR). Hij eindigde de Koude Oorlog tussen de twee grootmachten, maar daarmee eindigde ook een van die grootmachten, de USSR.

Biografie

Michail Gorbatsjov is in 1931 in Privolnoye geboren. Het kleine dorpje in de Kaukasus had niet veel te bieden en als telg van een boerenfamilie ging Gorbatsjov al op vroege leeftijd aan de slag op verschillende staatsboerderijen. Hij bleek een getalenteerd monteur en maaidorser bestuurder te zijn. In zijn jeugd heeft hij zwaar te leiden onder het totalitaristische regime van Stalin en de invasie van Hitler toen Gorbatsjov tien jaar oud was. Dit tekent hem voor de rest van zijn leven en is ook terug te vinden in verschillende maatregelen die hij later neemt.

Op 19 jarige leeftijd mag hij in Moskou naar de Lomonosov Staatsuniversiteit van Moskou, waar hij in 1955 een rechtenstudie afrondt. Tijdens zijn studie wordt hij lid van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU), de enige politieke partij in de USSR, en is hij actief betrokken bij verschillende politieke activiteiten. Ook ontmoet hij zijn toekomstige vrouw Raisa Titarenko waarmee hij een dochter krijgt. Raisa is in 1999 aan Leukemie gestorven.

Na zijn studie begint Gorbatsjov bijna onmiddellijk aan zijn politieke carrière binnen de CPSU. Hij start in de jeugdafdeling van de CPSU in zijn geboortegemeente, maar groeit snel door naar het provinciale bestuur. Hij reorganiseert de staatsboerderijen en verbetert de leefomstandigheden van landbouwers. In 1970 wordt hij Eerste Secretaris van zijn thuisprovincie, hij is daarmee een van de jongste provinciale partijleiders. Een jaar later wordt hij benoemd in het Centraal Comité van de partij.

De CPSU

De CPSU was de enige politieke partij toegestaan in de USSR. De partij kwam voort uit de Russische Sociaal Democratische Partij van de Arbeid onder leiding van Vladimir Lenin. De partij leidde de Oktober Revolutie van 1917 waarbij de regering omver geworpen werd. Zij namen in de grondwet op dat de CPSU de enige partij mocht zijn. Lenin werd leider van de partij en daarmee van de USSR.

De partij is gestoeld op het marxisme-leninisme, een combinatie van Marx’ theoretische ideologieën en meer praktische ideeën van Lenin. Onder Stalin groeide de partij enorm en rond de tijd dat Gorbatsjov aan de macht kwam was 10% van de volwassen bevolking lid.

De CPSU kende een aantal bestuursorganen die terugkomen in alle lagen van de partij. Op het hoogste niveau komt het Partijcongres, gekozen door partijleden. In theorie is dit het hoogste orgaan binnen de CPSU. Zij kozen het Centraal Comité voor het bestuur van de partij tussen de partijcongressen in. Het Centraal Comité koos vervolgens het Politbureau en het Secretariaat voor de dagelijkse leiding van de partij.

Het Politbureau hield zich met politieke zaken bezig, zoals het beleid van het land, terwijl het Secretariaat de centrale administratie, zoals lidmaatschappen en aanstellingen, van de partij bijhield. In de praktijk was het Secretariaat daarmee het machtigst orgaan van de partij. De secretaris-generaal leidde het Secretariaat en was tevens voorzitter van het Politbureau wat hem de machtigste man in de partij maakt en tevens de leider van de USSR.

Secretaris-Generaal

In 1985 werd Gorbatsjov tot secretaris-generaal benoemd. Zijn voorgangers hadden er een beetje een potje van gemaakt, de economie zat in het slop en de Koude Oorlog had veel van de bevolking gevraagd. Gorbatsjov, de enige Sovjet leider geboren na de Oktober Revolutie, zocht naar manieren om de economie uit het slop te trekken en leefomstandigheden van de bevolking te verbeteren.

Zijn eerste grote maatregel zullen velen hem niet in dank hebben afgenomen. Het overmatig drankgebruik moest worden terug gedrongen om mensen bij de les te krijgen. Alcohol prijzen gingen omhoog, drinken in het openbaar en in lange afstand treinen werd verboden. De gevolgen van deze eerste grote maatregel waren tekenend voor zijn verdere beleid. Goed bedoelt, maar ze pakte vaak anders uit dan gepland. Er ontstond een enorm gat in de staatsbegroting, een levendige zwarte markt voor alcoholische versnaperingen en nog steeds dronken werknemers.

In 1986 kwam Gorbatsjov met zijn radicale veranderingen onder de naam Perestrojka, hervormingen. Politieke en economische veranderingen konden het land er weer bovenop helpen. De bezem ging door de partijtop om de corruptie te verminderen, waardoor hij uiteraard veel mensen tegen zich in het harnas joeg.

Hij voerde ‘open’ verkiezingen in om de partij te verjongen en progressieve leiders aan de top te krijgen. ‘Open’ verkiezingen betekende dat er meerdere CPSU kandidaten mochten zijn waaruit het Congres kon kiezen. Hij experimenteerde met open verkiezingen bij lokale aanstellingen, later voerde hij het op nationaal niveau in. In december 1989 werd de eerste vrije verkiezing voor een wetgevend orgaan gehouden. De CPSU kwam met 87% van de zetels redelijk ongeschonden uit de strijd.

Gorbatsjov was erop gebrand de contacten met het Westen aan te halen. De aanstelling van een nieuwe minister voor Buitenlandse Zaken bracht meer openheid naar het Westen. Gorbatsjov zocht contact met o.a. president Reagan, minister-president Thatcher en de West-Duitse kanselier Kohl. Hij stelde voor om het aantal nucleaire wapens te verminderen om zo een einde te maken aan de wapenwedloop. Zijn toenadering naar het Westen was een cruciale stap in de beëindiging van de Koude Oorlog. Naast meer westerse betrekkingen begon hij ook met de terugtrekking van troepen uit Afghanistan, een oorlog die al jaren voortduurde zonder enig resultaat.

Deze maatregelen maakte dat hij in het Westen zeer geliefd was. Zijn ‘nieuwe denken’ en inspanningen voor het verminderen van de wapenwedloop werden in 1989 beloond met de Nobelprijs voor de vrede. Op economisch gebied zette hij de eerste stappen naar het opheffen van de planeconomie. Hij legaliseerde eigen bedrijven en liet buitenlandse bedrijven toe om samen te werken met Russische bedrijven. Vooral de jonge garde, vaak verenigd in de jeugd afdelingen van de CPSU, maakte hier gretig gebruik van.

Uiteraard werden deze hervormingen niet door iedereen positief ontvangen. Veel hoge partijleden verloren hun macht en de vrijere economie vroeg om meer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Er ontstonden onlusten en critici van Gorbatsjov, zoals Jeltsin, werden populairder.

In 1988 deed Gorbatsjov nog een stap bovenop zijn hervormingen. Hij introduceerde Glasnost, ofwel openheid. Vrijheid van meningsuiting, meer informatie vanuit de overheid en minder propaganda moesten het volk overtuigen dat de vernieuwingen positief waren. Tevens zou corruptie eerder aan het licht komen, waardoor veel ambtenaren zich beter zouden gaan gedragen.

Uiteenvallen USSR

Voor Gorbatsjov waren de hervormingen belangrijke maatregelen om de economie weer uit het slop te trekken. Helaas pakte veel maatregelen, zoals zijn alcoholbeleid, heel anders uit. De maatschappelijke veranderingen, door minder censuur en meer vrijheid van meningsuiting, zorgde ervoor dat de Russen de problemen in hun land te zien kregen. Ze werden mondiger en de progressieve leiders in de deelrepublieken begonnen langzaam te praten over onafhankelijkheid.

Al snel brokkelde de macht van de CPSU af en leken de hervormingen uit de hand te lopen. De oppositie begon aan Artikel 6 van de grondwet te morrelen. Dit artikel bepaalt de alleenheerschappij van de CPSU. In wat lijkt op een laatste wanhoopsdaad, stelt Gorbatsjov voor om een president aan te stellen die de machten van de secretaris-generaal overneemt, maar gekozen wordt door afgevaardigde uit de lokale partij afdelingen. Gorbatsjov is de enige die het ambt zou bekleden van maart 1990 tot het einde van de USSR in december 1991.

Tijdens zijn presidentschap probeert hij wanhopig te redden wat er te redden valt. Hij geeft de macht van CPSU op om de macht van het Presidentschap te versterken en hij probeert een verdrag voor een nieuwe unie ondertekent te krijgen. De Aziatische staten zien wel brood in een nieuwe unie vanwege de economische steun die zij hard nodig hebben. De huidige Oostbloklanden en het huidige Rusland zijn economisch sterk genoeg en willen onafhankelijkheid. Jeltsin, president van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (het huidige Rusland), is de officieuze leider van deze groep landen en wint razendsnel aan populariteit.

In 1991 plegen een aantal conservatieve kopstukken van de CPSU een coup om de eer en de macht van de CPSU te herstellen. Gorbatsjov krijgt drie dagen huisarrest. Na zijn bevrijding en herstel van zijn positie is zijn macht tot het nulpunt afgenomen. Veertien van de vijftien republieken roepen hun onafhankelijkheid uit en Jeltsin, president van de vijftiende republiek, bevriest alle activiteiten van de CPSU. Gorbatsjov treed op 25 december af en een dag later wordt de USSR ontbonden.

Het lijkt erop dat Gorbatsjov te veel hervormingen ineens wilde doorvoeren, waardoor de controle uit zijn handen glipte. Anderen vinden juist dat conservatieve partijgenoten hem dwarsboomden, waardoor de hervormingen niet snel genoeg verliepen. In eigen land zijn de meningen verdeeld tussen de mensen die voordeel hebben gehad bij de hervormingen en zij die tot op de dag van vandaag de nadelen voelen. Huidig president Poetin beschrijft het uiteenvallen van de USSR als ‘de grootste geopolitieke tragedie van de 20ste eeuw’, waarmee hij zijn voorganger nog een flinke schop na geeft.

Als men vandaag de dag naar de Russische economie kijkt hebben de hervormingen weinig goeds gebracht. Het verschil tussen arm en rijk is groter dan in westerse landen, de criminaliteit en corruptie zijn nog steeds hoog en eindelijk begint onder het bewind van Poetin de welvaart weer te stijgen.

De positieve noten komen voornamelijk uit het buitenland. Het beëindigen van de Koude Oorlog en democratiseren van het land zorgt in het buitenland voor lovende kritieken. Vanuit Westers oogpunt was het uiteenvallen van de USSR een prettige bijkomstigheid. Het Westen bleef als enige grootmacht achter op het wereldtoneel.

Publicatie verschenen in Simon Ster 40.4