Henk Dorgelo
Ruud Hawinkels
Waarschijnlijk doet deze naam bij de nieuwe lichting TU/e studenten geen belletje rinkelen. Studenten die al één of meerdere jaren op de TU/e rondlopen, zullen de naam ongetwijfeld ooit ergens opgevangen hebben. In deze Staut een schets van de eerste rector magnificus van de Technische Hogeschool Eindhoven.
Wanneer er na de Tweede Wereldoorlog over een tweede TH (TH Delft was de eerste) gesproken wordt, zitten er veel bekenden van Dorgelo in de diverse voorbereidingscommissies. Nadat de laatste commissie zijn werk heeft afgerond wordt Dorgelo benaderd om rector magnificus te worden van dit nieuwe instituut. Op dat moment is hij nog hoogleraar aan de TH Delft, waar hij 4 september 1956 eervol ontslag krijgt. Op diezelfde dag wordt hij hoogleraar natuurkunde aan de TH Eindhoven en in december wordt hij daar geïnstalleerd als rector magnificus van de THE.
Henk Berend Dorgelo ziet het levenslicht in Dedemsvaart, Overijssel op 9 februari 1894. Al snel blijkt dat hij een slimme leerling is en hij mag naar de zogenaamde Kweekschool. De opstap voor kinderen uit minder welgestelde gezinnen om een goede opleiding te krijgen. Hij gaat werken als leraar en tijdens de Eerste Wereldoorlog krijgt hij de kans om staatsexamen te doen. Door dit examen kan hij zich na de oorlog meteen inschrijven bij de studie wis- en natuurkunde in Utrecht. In 1919 haalt hij zijn kandidaatsdiploma. Gezien de bijbanen van Dorgelo is de stufi in die tijd al niet voldoende om rond te komen. Hij werkt als assistent in het laboratorium van hoogleraren Ornstein en Julius én als leraar op het Christelijk Gymnasium. Een van zijn leerlingen zal later mevrouw Dorgelo worden.
Tijdens zijn promotie bij prof.dr. Ornstein leert Dorgelo veel over coördineren van wetenschappelijk onderzoek en leidinggeven. Hij is de eerste binnen de groep die experimentele resultaten boekt op het gebied van intensiteitverhoudingen in atomaire spectra. Zijn resultaten blijven niet onopgemerkt. Na zijn promotie in 1924 wordt Dorgelo door dr. Gilles Holst naar Eindhoven gehaald om in het, door hem opgerichte, Natlab van Philips zijn kunsten te vertonen.
Delft
Na drie jaar bij Natlab vertrekt Dorgelo naar Delft om op de TH hoogleraar te worden. Hij krijgt de opdracht om de nieuwe studierichting technische natuurkunde te vormen. Al snel heeft hij een studie programma opgezet en zijn promotor Ornstein kijkt met argusogen naar concurrentie van dit nieuwe type natuurkundige.
Naast de nieuwe studierichting, heeft Dorgelo ook nog zijn handen vol aan de oprichting van de Technische Physische Dienst van TNO en TH Delft. Hij vestigt een naam als idealistische en bevlogen leider.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog breekt voor Dorgelo een moeilijke periode in zijn leven aan. De eerste twee jaar van de oorlog is Dorgelo conrectorsecretaris van de TH Delft. Protesten tegen het ontslag van joodse medewerkers en het oprollen van een spionagegroep geleid door twee TH hoogleraren zijn nog te overzien. In 1942 neemt Dorgelo het rectoraat van de TH op zich. Deze zware verantwoordelijkheid wordt meteen op de proef gesteld in februari 1943 als een neergeschoten NSB’er, net voor zijn overlijden, laat weten dat waarschijnlijk studenten de schuldigen waren. De Duitsers vallen verschillende hogescholen en universiteiten binnen en alle aanwezige studenten worden naar kamp Vught afgevoerd. Ook Delft ontkomt er niet aan, tweehonderd Delftenaren worden afgevoerd. Na deze actie willen de Duitsers alle studenten een loyaliteitsverklaring laten ondertekenen voordat ze verder mogen studeren. De Nederlandse rectoren twijfelen wat ze de studenten moeten adviseren. Dorgelo laat zich aanvankelijk uit als tegenstander, net als de Nederlandse regering in ballingschap die vanuit London laat weten dat niet ondertekenen als goed vaderlandschap zal worden beschouwd. Na een discussie met de voltallige Senaat, waarbij de mening van één hoogleraar, die waarschijnlijk in het verzet actief was, de doorslag gaf, werd toch geadviseerd de verklaring te ondertekenen. Een zwaar wegend argument daarbij was dat het openhouden van de TH de wederopbouw van Nederland zou kunnen versnellen. Slechts een kwart van de studenten deed dat ook. Dit leidde tot een vertrouwensbreuk en de TH bleef de laatste jaren van de oorlog gesloten. Na de oorlog kregen de studenten die ondertekend hadden te maken met ernstige vertragingen, omdat eerst onderzocht werd of ze wel vaderlandslievend waren. Dorgelo trad in oktober van 1943 al af als rector. Zijn verkeerde beslissing werd hem door sommigen nog lang kwalijk genomen. Zijn aanstelling als rector in Eindhoven was voor hem dan ook een teken van eerherstel, waar hij lang naar uit had gekeken.
Idealisme
De idealen van Dorgelo worden vooral gevormd door de Oxfordbeweging en de Nederlands-hervormde kerk. De Oxford-beweging leert hij kennen tijdens zijn reizen naar de VS in de jaren dertig, waar hij de oprichter van de beweging Frank Buchman ontmoet. De beweging had een christelijke inslag en was voornamelijk een internationaal netwerk van idealisten die de wereld in positieve zin wilde veranderen. Eerlijkheid, reinheid, onbaatzuchtigheid en liefde waren de vier maatstaven waar de beweging op staafde.
Tijdens zijn tijd in Delft is hij presidentkerkvoogd van de Nieuwe Kerk in Delft. In deze positie maakt hij kennis met het Koningshuis voor de bijzetting van prins Hendrik en liet hij zijn muzikale talent horen als hij achter het orgel plaatsnam.
Oprichting
Op 23 juni 1956 wordt de THE wettelijk erkend. Dorgelo begint met een groep sterke curatoren en ervaren onderzoekers aan de opbouw van het instituut. Wetenschappelijk onderzoek wordt er nog niet veel gepleegd. De meeste aandacht gaat uit naar onderwijs en het aantrekken van wetenschappelijk en technisch personeel. Het werken in groepen is een van de speerpunten die, volgens Dorgelo, in het onderwijs terug moeten komen. Dorgelo vindt dat studenten een brede academische opleiding moeten krijgen. Er worden niet alleen natuurwetenschappers, maar ook sociale wetenschappers aangetrokken. Dorgelo was zo’n groot voorstander van brede vorming dat hij in 1958 lid werd van Studium Generale. Pas in 1960 begint er langzaam over wetenschappelijk beleid en profilering gediscussieerd te worden. De lijst met publicaties is tot deze tijd dan ook zeer beperkt.
Dorgelo houdt in de beginjaren graag persoonlijk contact met studenten. Groepen worden bij hem thuis uitgenodigd. De bijeenkomsten waren vooral levensbeschouwelijk van aard en Dorgelo was oprecht geïnteresseerd in de studenten. Volgens studenten was hij een zeer bevlogen en boeiend mens. Hij was een groot voorstander van één, allesomvattende studentengemeenschap, waarmee hij de ouderwetse verzuiling van de samenleving de rug toekeerde. Het resultaat was het ESC. Dit moest een grote vereniging worden met daaronder religieuze en sportverenigingen. Dit liep iets anders toen al in september 1957 het S.S.R.E. (Societas Studiosorum Reformatorum) werd opgericht.
In maart 1961 komt Dorgelo plotseling te overlijden aan een ernstige ziekte. Onder de kleine, jonge THE gemeenschap heerst verslagenheid over het verlies van hun bevlogen voorman. Slechts vijf jaar mocht hij rector magnificus van de THE zijn, maar zijn invloed is tot op heden op de TU/e merkbaar.