Polo
Méér dan een shirt
Bart Lemmen
Sport, altijd moeilijk. Geen gentleman die zich met het zweet in zijn aangezicht onder het volk wil mengen. Gelukkig is er een waardig alternatief voor massavermaak: polo. Polo te paard, wel te verstaan: niet in het sportfondsenbad. De Perzen speelden het spel al duizenden jaren geleden met de schedels van overwonnenen. Heden ten dagen geldt polo als prijzig vertier voor de ongeneeslijk rijken in Europa en Amerika. Geen Nederlander kent de regels, maar gelukkig maken de strakke broekjes van de polo-spelers en de geur van paarden veel goed voor de verveelde “throphy wives”.
Polo is een spel van Centraal Aziatische oorsprong. In Persia (Iran) werd het reeds in de 6de eeuw voor Christus gespeeld. Oorspronkelijk was polo bedoeld als een trainingsspel voor cavalerie eenheden van de koning.
In een miniatuur veldslag werd er op deze manier geoefend in het verkrijgen van handigheden, welke tijdens een echte veldslag van pas komen. Aangezien het spel toen door twee keer honderd man gespeeld werd, konden bedachte strategién tegelijkertijd gevalideerd worden op doeltreffendheid. Dat in de echte veldslag de polo-stick vervangen was door een vlijmscherp zwaard, en de bal door een recalcitrante tegenpartij, behoeft geen uitleg. Gedurende de tijd werd polo een nationale sport in Persia, welke voornamelijk door de adel gespeeld werd. Onduidelijk is of deze ontwikkeling van oorlogs-oefenspel naar vrijetijds besteding te wijten is aan het ontbreken van recalcitrante tegenpartijen of de opkomst van Amnesty International. Dat het spel door mannen en vrouwen gespeeld werd, blijkt wel uit het gegeven dat de koningin en haar hofdames koning Khosrow 11 Parviz in de 6de eeuw voor Christus uitdaagden voor dit spel.
Imperialisme
Geleidelijk verspreidde het spel zich naar Ariabië, Tibet, China en Japan. In deze periode werd ook de naam polo, hetgeen bal betekent in het Baltisch, aan het spel gekoppeld. De verspreiding van het spel over de continenten voltrok zich niet altijd even soepel. Nadat een familielid van de Chinese keizer A-pao-chi tijdens een ongeluk het leven liet in het spel, beval A-pao-chi alle overgebleven polospelers te onthoofden.
In de dertiende eeuw werd polo door de moslim-veroveraars in India geïntroduceerd. Het was ook hier dat Britse theeplanters met het spel kennismaakten. Zij stichtte daarop de eerste Europese poloclub in 1859 te Silchar. De in India gestationeerde cavalerie begon direct informele competities te organiseren voor hun eigen eenheden om hun dagelijkse leven een extra impuls te geven. Toentertijd werd het spel door twee keer acht man gespeeld, zonder enige regels. Toen terugkerende troepen het spel verspreidde over Engeland groeide het gigantisch in populariteit: toernooien rond 1875 trokken reeds meer dan 10.000 bezoekers.
In 1876 introduceerde krantenuitgever James Gordon Bennett het spel in de USA. In het daaropvolgende jaar werden de eerste informele spelen reeds in New York gehouden. De team grootte werd naar vijf spelers, en in 1881 naar vier, gereduceerd. Voor het eerst werden ook echte regels geïntroduceerd. Deze kwamen van de Hurlingham Club of England, opgericht in 1886. Tevens werd een systeem van Handicaps ingevoerd, zoals we dat allen ook bij het golfen kennen. Door de handicaps nivelleerden de tournament spelen, waardoor het publiek de grote winnaar was. Sinds de oprichting van de United States Polo Association in 1890 werden de regels gestandaardiseerd en verspreidde het spel zich over heel Amerika. Lange tijd echter bleef het een spel voor de Happy Few vanwege de hoge kosten die met het onderhouden van een stal pony’s kwamen kijken.
De laatste tientallen jaren kende het polospel in Europa een ontwikkeling in bekendheid. Dit werd voornamelijk veroorzaakt doordat het in diverse Amerikaanse series te zien was die op het Europese continent getoond werden. Onder andere Miami Vice en Silk Stalkings hebben het polospel een duwtje in de rug gegeven door het in hun introductiefilmpje op te nemen en regelmatig de hoofdrolspelers op de tribunes te laten plaatsnemen. Gezegd moet worden dat de series niet populair zijn geworden vanwege het polo, maar andere duidelijk in de serie opgenomen elementen.
Het spel
Polo wordt gespeeld op een grasveld van 300 yards bij 160 yards indien de lange zijde van een houten boarding voorzien is. Conversie naar het meer geaccepteerde SI-stelsel leert ons dat dit overeenkomt met 274.3 bij 146.3 meter. Bij het ontbreken van een boarding, dient het speelveld 200 yards breed te zijn. Op de korte kanten van het veld staan, aan elke zijde, twee doelpalen op een afstand van 8 yards (7.3 meter). Door de bal tussen deze doelpalen door te spelen wordt er gescoord. Het midden van het veld is voorzien van een ‘T’, evenals het midden en de randen van elke 30, 40 en 60 yard-lijnen (berekend vanaf de doellijn).
Het spel begint door twee teams van vier spelers op de middellijn tegenover elkaar op te stellen, waarna een van de twee scheidsrechters te pony het spel start door de houten bal tussen beide teams door over de middellijn te ‘bowlen’. Door middel van passes naar andere teamgenoten en snelle maneuvres probeert elk team te scoren. Het spreekt voor zich dat het andere team dit scoren probeert te verhinderen. Elke match bestaat uit vier periodes van zeven-en-een-halve minuut, de zogenaamde chukkers, chukkars of chuckkas. In Argentinië worden echter acht chukkers gespeeld en in Amerika zes. De zuinige Europeaan vond dit kostentechnisch minder interessant, omdat in iedere chuckka een verse set pony’s nodig is.
De bal voor het polospel is tegenwoordig gemaakt van bamboe of van wilgenwortel, heeft een diameter van 3 1/4 inch (8.3 cm) en een gewicht van 4 ounce (113.4 gram). De polohamer is voornamelijk gemaakt van bamboe. De materiaaleigenschappen van bamboe geven de hamer namelijk flexibiliteit en stabiliteit. Het slaghoofd van de hamer is 91/2 inch (18.6 cm) lang, de lengte van de hamer zelf varieert van 48 tot 53 inch (93.7 cm en 103.5 cm respectievelijk), afhankelijk van de hoogte van de pony en de lengte van de arm van de speler. Net als bij golf en hockey dient de bal met de zijkant van het slaghoofd geslagen te worden. De prijs voor het onderhouden van een volledig poloteam is redelijk hoog. Enkele zuinige lieden hebben daarom een goedkopere polovariant ontwikkeld, echter niet volgens de officiële polo regels. Deze versie, gespeeld op een fiets in plaats van een pony, is even armzalig als midget-golf in campingsmoking.
De spelers
Elke speler heeft een positie op het veld toegeschreven gekregen binnen het team. Deze posities zijn niet benoemd – zoals bij voetbal rechtsachter bijvoorbeeld – maar genummerd. De basis verantwoordelijkheden van deze spelers zijn als volgt.
- Nummer Een is de nieuwste en/of zwakste speleer van het team, hoewel zijn positie de meest moeilijkste om te spelen is. Hij is verantwoordelijk voor het scoren van doelpunten en het neutraliseren van de tegenstander nummer Vier. Nummer Een’s blinken over het algemeen uit in anticipatie en zelfcontrole.
- Nummer Twee is de harde werker, hij probeert de bal over te nemen van de tegenpartij. Zijn kwaliteiten zijn extreme manoeuvreerbaarheid, snelheid en een soort van optimistische agressieve aard.
- Nummer Drie is de spil van het team en speelt over het algemeen een ‘quarterback’ positie. Hij is verantwoordelijk voor het geven van ‘voorzetten’ naar nummer Een en nummer Twee, maar is ook verantwoordelijk voor de verdediging. Deze nummer Drie is de tactische leider en de beste speler van het veld. Hij blinkt uit in tactisch inzicht en krachtige slagstoot.
- Nummer Vier is de defensieve speler. Hoewel hij zich over het hele veld mag bewegen en dus niet als doelman fungeert, is hij degene die voornamelijk voorkomt dat de tegenpartij tot scoren kan komen.
Bij het systeem van handicaps is een speler gewaardeerd op een 0 tot 10 schaal, afhankelijk van zijn eigenschappen in de competitie. Omdat er steeds meer kneuzen zich in het zadel hieven, bleek echter dat deze schaal niet groot genoeg was: intussen zijn ook negatieve beoordelingen zoals -1 en -2 mogelijk. De beoordeling is gebaseerd op slagvaardigheid, spelbekwaamheid, kwaliteit van de pony’s, sportiviteit en handelvaardigheid met de pony’s. Opmerkelijk is dat vrijwel alle 10-spelers – spelers die 10 punten scoren op de handicap-schaal, hetgeen uitermate goed is – uit Argentinie komen.
Om te voorkomen dat de spelers na een weekendje bont-en-blauw de company moeten runnen, is de speler met bescherming uitgerust. Een helm, rijlaarzen tot onder de knieën, een gekleurd (polo)shirt met zijn positie-nummer behorend tot de standaard uitrusting. De standaard uitrusting mag uitgebreid worden met kniebeschermers en sporen en zweep om het paard aan te moedigen tot inzet.
De pony’s
Aanvankelijk waren er restricties op de grootte van de pony. Na de Eerste Wereldoorlog zijn deze restricties vervallen en is elke pony of paard toegestaan. De benaming pony in het polospel is derhalve nog louter gebaseerd op traditie. De eigenschappen waarover polo pony’s beschikken zijn snelheid, uithoudingsvermogen, intelligentie – voor zover mogelijk bij een pony – en volgzaamheid. In de polowereld schrijft men 60 tot 70 procent van de spelers vaardigheden aan de pony toe.
In het begin werden voornamelijk Thoroughbreds-pony’s gebruikt, maar intussen zijn er meer merken bijgekomen. De beste pony’s komen uit Argentinië, het Zuidwesten van Amerika of uit de Rocky Mountains. Op vijfjarige leeftijd, worden de pony’s gedurende een half tot twee jaar getraind voor het polospel. Ze bereiken hun top voor het polospel op tienjarige leeftijd; goed onderhoud en zuinig gebruik kan de houdbaarheid van de pony tot een leeftijd van achttien jaar verlengd worden. Prijzen van de pony’s beginnen rond de 100.000 gulden, afhankelijk van de kwaliteit en leeftijd van de pony. De hoogste prijs ooit geboden voor een Thoroughbred pony is iets hoger, te weten 13 miljoen gulden.
Het spreekt voor zich dat de gemiddelde speler wel iets langer dan drie weken met een pony wil doen. Om in deze behoefte te voorzien, zijn de voorbenen van de pony van knie tot enkel met een soort verband ingewikkeld. Verder zijn de manen getrimd en de staart gevlochten om zoveel mogelijk te voorkomen dat de polohamer verward raakt in de pony. De pony’s worden gezadeld met een soort springzadel om hun lieter berijdbaar te houden.
Strategie
Was de stijl van het spel voorheen relatief langzaam – de Engelse Stijl -, na 1909 veranderde het naar Amerikaanse stijl. Deze stijl wordt door korte gecontroleerde slagen en snelle bewegingen gekarakteriseerd en werd als uitermate revolutionair beschouwd. Ook bij deze verandering was het publiek de grote winnaar, aangezien de spanning tijdens het polospel hierdoor steeg. Omdat de regels echter niet helemaal geschikt waren voor dit nieuwe type spelstijl, moesten de regels veranderd worden. Engeland en Amerika veranderde de regels geleidelijk zodanig dat er ook meer gelijkheid tussen beide reglementen kwam. Zo schafte Engeland de buitenspel regel af die voorbood dat een speler voor de bal uitgaloppeerde.
Een tweede grote verandering in de spelstijl kwam voort uit de Argentijnse competitie. Hierdoor kwam er weer een vorm van strategie terug in het polospel. Er kon dus weer een link gelegd worden naar het originele polospel, dat als strategisch en behendigheidsspel bedoeld was voor ‘veldslag’-fanaten. Sinds de Argentijnse polostijl werd Argentinië onevenaarbaar tijdens de internationale competities. Het polo kreeg daar zelfs de status van nationaal spel met bezoekersaantallen boven de 60.000.
Nederland
In Nederland zal het echter zo ver niet komen. Door onze wat minder avontuurlijke volksaard, zal een internationale reputatie noodgedwongen voorbehouden blijven aan het, bij bejaarden zo geliefde, dressuur. Wellicht ook dat de hersenspoeling van 5 jaar “Pony club” voor ieder Nederlands meisje ervoor gezorgd heeft dat een wat ruwere behandeling dan enkel de roskam al voor nationale rouw zorgt. In België, en dus vooral bij de in de grensstreek woonachtige Nederbelgen, is het polospel, na golf, uitgegroeid tot favoriete zaterdagmiddaghobby van de nieuwe rijken. Je hoort er pas echt bij in St. Moritz: hier galopperen met spikes uitgeruste paarden over het ijs, omzoomd door honderden enkellange bontjassen die het spektakel nippend aan een glas pommery gadeslaan.