Willem van Oranje
Ruud Hawinkels
Na de vele buitenlandse, invloedrijke personen die in sTAUt zijn verschenen, is het deze keer tijd voor een Nederlandse held. “De Vader des Vaderlands”, Willem I stond aan de wieg van het Koninkrijk der Nederlanden zoals het heden ten dage op landkaarten geschetst wordt. Hij initieerde en leidde de opstand die uiteindelijk tot de onafhankelijkheid van de Lage Landen leidde.
Willem van Oranje werd geboren als Willem van Nassau-Dillenburg, de oudste zoon van de Graaf van Nassau en daarmee stamhouder van het Huis van Nassau. Willem had vier broers en zeven zussen. Thuis, op Slot Dillenburg in Duitsland, kregen zij van hun moeder een lutherse opvoeding.
De titel Prins van Oranje kreeg Willem pas op zijn elfde, toen zijn neef René van Châlon overleed. René had geen kinderen waardoor Willem zijn erfgenaam was. Willem kreeg alle landgoederen en eigendommen van René en daarmee dus ook zijn titels. Het Huis van Oranje-Nassau was hiermee een feit.
Ons huidige koningshuis stamt overigens van de oudste broer van Willem, Jan VI, wiens kleinzoon trouwde met een kleindochter van Willem van Oranje. Aangezien het gebruikelijk is dat een stamboom door de mannelijke lijn wordt doorgegeven, is het Huis van Oranje-Nassau officiëel uitgestorven bij het overlijden van Koningin Wilhelmina. Door de Nederlandse wetgeving wordt het echter nog steeds in leven gehouden in de vrouwelijke lijn, waardoor Koningin Beatrix momenteel het hoofd van het Huis van Oranje-Nassau is.
Willem kreeg de titel Prins van Oranje op voorwaarde dat hij een katholieke opleiding zou krijgen. Zijn familie vond dit wel de moeite waard en stuurde hem naar Brussel waar hij een opleiding kreeg aan het hof van Koning Carlos I van Spanje. Carlos I nam ook de honeurs waar over de landgoederen die Willem had geërfd tot Willem hier zelf oud genoeg voor was. Willem kreeg onderricht in talen, militaire tactieken en diplomatie. Carlos zag Willems militaire en diplomatieke capaciteiten, waardoor Willem razendsnel promoveerde in Carlos’ leger. Op zijn 22ste werd Willem commandant van een van de legers van Keizer Karel, zoals Carlos I ook wel bekend is. In datzelfde jaar werd Willem lid van de Raad van State, op dat moment de hoogste politieke raad van de Lage Landen.
Toen de zoon van Carlos I, Fillips II, het gezag over Spanje, en de daar bijbehorende Lage Landen, van zijn vader overnam zag hij het als zijn heilige taak om zijn onderdanen te behouden en terug te winnen voor de katholieke kerk. Het protestantisme had onder leiding van Maarten Luther vooral in Duitsland en Nederland veel aanhangers gekregen. Fillips II ging steeds strenger optreden tegen deze religieuze stroming. Naast een religieus doel wilde hij de politieke macht sterk centralizeren, waardoor de relatief onafhankelijk regerende regio’s binnen het koninkrijk hun macht sterk zagen afnemen. Willem van Oranje, luthers opgevoed en bekeerd tot de katholieke kerk, was een sterk tegenstander van deze twee ontwikkelingen. De onrust in de regio groeide en kwam tot explosieve uiting in de Beeldenstorm van 1566, waarbij vele katholieke kerken en beelden werden vernield door protestantse christenen.
Koning Fillips II is niet blij met de toenemende onrust en het onvermogen van de lokale leiders om de situatie op te lossen. Hij stuurt zijn trouwe generaal Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Alva, met een leger richting de Nederlanden om de orde te herstellen. Toledo krijgt volmacht om te doen wat hij nodig acht om de Nederlanders weer in het, bij voorkeur katholieke, gareel te brengen. Met harde hand slaat hij de opstanden neer. Hoewel Willem zich niet openlijk tegen Koning Fillips II keert, laat hij in een urenlange toespraak voor de Raad van State weten dat hij het beleid van de Koning niet goed kan keuren. Willem wacht de komst van generaal Toledo echter niet af en trekt zich terug naar zijn ouderlijk huis, Slot Dillenburg. Willem, inmiddels een zeer geliefd politicus in de Lage Landen, ontpopt zich tot de leider van het gewapend verzet.
De slag bij Heiligerlee in het huidige Groningen, wordt gezien als het officiële begin van de Tachtigjarige oorlog. Een leger van Willem van Oranje valt de afwachtende Spanjaarden aan en weet het gebied voor korte tijd in handen te houden. De Spanjaarden slaan genadeloos hard terug en de aanvoerder van de opstandelingen, een broer van Willem, kan ter nauwernood ontsnappen aan de dood. De volgende jaren weet Willem weinig voortgang te boeken in de opstand, hij heeft weinig geld en de steun die hij van de Duitsers en Fransen hoopte te krijgen blijft uit. Door het onderdrukkende beleid van generaal Toledo komt de Nederlandse bevolking wel zelf steeds meer in opstand. Als de Watergeuzen, een groep zeevarende opstandige edelen die voornamelijk plunderden en weer verdwenen, in 1572 Den Briel plotseling bezetten komt de Tachtigjarige oorlog echt op gang. Meerdere steden in Zeeland en Holland sluiten zich bij de Geuzen en Willem aan, terwijl Willem vanuit Duitsland met zijn leger steeds meer terrein verovert.
Bij het overlijden van de landvoogd Don Requesens in 1576, sloegen veel Spaanse soldaten aan het muiten. Ze plunderden Antwerpen, waardoor de afkeer tegen de Spanjaarden compleet was. Willem wist in deze tijd de Zeventien gewesten (voornamelijk in het huidige Vlaanderen en Nederland) te verenigen in een verdrag tegen de Spanjaarden, de Pacificatie van Gent. Dit verdrag legde ook de vrijheid van godsdienst binnen de Zeventien gewesten vast. Het lijkt erop dat de Spanjaarden zijn verslagen en Willem zijn gewenste resultaat heeft bereikt.
De protestanten en katholieken hadden elkaar inmiddels echter zoveel aangedaan dat ze elkaar het licht in de ogen niet gunden. Hierdoor werd het verdrag onhoudbaar en viel Willems droom, van één land met één landheer en vrijheid van godsdienst, uiteen. De noordelijke gewesten (protestants) verenigden zich onder de Unie van Utrecht en onder leiding van Willem van Oranje bleven zij opstandig ten opzichte van de Spaanse Koning. De zuiderlijke gewesten (het huidige Wallonië en een deel van Duitsland) verenigden zich onder de Unie van Atrecht en verzoende zich met Koning Fillips II.
De onrust bleef aanhouden door de vele verschillende partijen die inmiddels enige aanspraak op het gebied meenden te maken. In 1579 stuurde Fillips II de hertog van Parma, Alexander Farnese, als landvoogd van Nederland. Alexander bleek, politiek en militair gezien, een zware kluif te zijn voor Willem. Daarbij werd Willem in 1580 vogelvrij verklaard, wat betekende dat eenieder hem mocht vermoorden en beloond zou worden. Zijn daden zouden hem door de paus worden vergeven.
Willem haalde hierop de kroonprins van Frankrijk, Anjou, naar Nederland om als vorst op te treden. De Staten Generaal erkende hem als vorst, maar bleef zelf de feitelijke macht uitoefenen. Kroonprins Anjou was niet populair onder de bevolking en hij was zelf niet blij met zijn minimale macht. Gefrustreerd besloot hij om Antwerpen (toen de machtigste stad in het land) aan te vallen, maar verslikte zich in het verzet. Hij verloor kansloos en moest zijn positie als vorst opgeven. De strijd om de Lage Landen tussen de verschillende vorsten duurde voort, terwijl Willems aanzien afnam door zijn steun aan Anjou. De Spanjaarden wonnen langzaam weer meer gebieden terug en de gewesten leken zo verdeeld dat een gezamenlijke opstand verder weg leek dan ooit te voren.
In 1582 overleefde Willem de eerste aanslag op zijn leven ternauwernood. In 1584 lukte het Balthasar Gerards om dicht genoeg bij de prins te komen om hem in zijn eigen huis te vermoorden. Gerards heeft echter niet lang van zijn vrijheid en vergiffenis door de paus mogen genieten. Hij werd gevangen genomen en veroordeelt tot een gruwelijke marteling, waarbij zijn hand en vlees op verschillende plekken afgebrand werden, waarna zijn hart uit zijn borstkast werd getrokken. Zijn hoofd heeft nog een tijd op de stadsmuur gestaan als waarschuwing. Willem van Oranje was het eerste lid van de familie dat in de Nieuwe Kerk in Delft werd begraven. Later zou hij in deze kerk een praalgraf krijgen en worden leden van het huis van Oranje-Nassau tot op de dag van vandaag bijgezet in de gewelven van de kerk.
De oorlog zou in verschillende intensiteiten door blijven gaan tot de vrede van Munster in 1648 werd getekend. Hierbij werd de Republiek Nederland officieel erkend. De vlag van Willem van Oranje, het oranje, wit, blauw werd de nationale vlag en het wapen van Willem werd enigszins aangepast overgenomen als wapen van de Republiek. De Vader des Vaderlands wordt gezien als een van de belangrijkste mensen voor de Nederlandse geschiedenis. Het huidige Nederland draagt zijn vlag, heeft zijn lijfspreuk ‘Je maintiendrai’ overgenomen en het volkslied is een ode aan hem, met de letters van zijn naam als eerste letter van ieder couplet.