De Ruggengraat
Oké, eentje dan maar.
Noud Boonen
De ruggengraat: biologisch gezien hebben we er allemaal een, maar de realiteit van het studentenleven doet dit sterk betwijfelen. Een belangrijke deadline morgenochtend doet je de verstandige keuze te maken nog een avond in het MetaForum te verschuilen, alvorens je bed in te duiken. Ver weg van externe factoren, totdat tóch een vriend aan komt zetten met logica die jouw verwarde brein doet denken dat je prima een biertje kan doen op de borrel en daarna wat kan gaan eten bij de Hizmet. Daarna ga ik wel écht naar huis hoor!
Nee
De definitie van het woord ‘nee’, volgens Van Dale, is als volgt:
Nee (tussenwerpsel)
- Woord om ontkenning uit te drukken; = neen (tegenstelling: ja)
Oké, een woord om ontkenning uit te drukken, dat kan handig van pas komen wanneer je over twee dagen een dringende deadline hebt, die bepaalt of jij wel of niet die o-zo-nodige studiepunten kan binnentikken. Daar kun je mee aan de slag! Je kunt dit woord gebruiken, de volgende keer dat je jaargenootje je aanspoort om op donderdagavond mee te gaan naar Pizzeria Il Gardino. Voor velen is dit woord in de praktijk echter minder makkelijk te gebruiken dan de Van Dale ons doet denken.
Moeilijk
Op de basis- en middelbare school wordt een set aan basiskennis aangereikt die ons moet helpen het leven door te komen om zo een goede toevoeging te zijn aan de samenleving. Sommige daarvan zijn simpel, zoals het strikken van je veters, een nuttige vaardigheid, dit doen we immers iedere ochtend van ons leven. Andere vaardigheden worden ervaren als moeilijk, zoals de eerste keer dat we algebra voor onze neus krijgen. Toch wordt een moeilijke en toch zeker belangrijke vaardigheid, de kunst van het nee zeggen, niet gedoceerd. Dit is iets wat je zelf moet ontwikkelen, en het studentenleven is daar de uitgelegen kans voor.
Studeren
De universiteit is een prachtige instelling, die alles doet in de naam der wetenschap. Het is een plek waar van studenten geacht wordt academische zelfdiscipline te hebben, zodat zij lesstof individueel op kunnen nemen. Deze zelfdiscipline is nauw verbonden aan het nee-zeggen, je zou zelfs kunnen zeggen dat het een-en-hetzelfde is. Waar academische zelfdiscipline ervoor zorgt dat je – zelfs wanneer je er geen zin in hebt – jezelf in het MetaForum parkeert, faciliteert het nee-zeggen dat dit mogelijk is door afleidingen de deur te wijzen.
De vrijheid die de universiteit ons biedt, geeft mogelijkheid tot zelfontplooiing door de besluiten bij de student te leggen. Bij gebrek aan ruggengraat is dit waar het misgaat.
Toch niet gelukt
Daar sta je dan, midden in de kroeg, omringd door je beste vrienden, mee te zingen met Mariah Carey’s All I Want For Christmas Is You. Je wist dondersgoed dat het vanavond niet bij één biertje ging blijven, maar je hebt jezelf voorgelogen dat dit ook wel prima is: het komt allemaal wel goed.
Wanneer de ruggengraat wordt belast, is er een cruciaal punt: het omslagpunt. Dit wordt getypeerd door een stiekeme glimlach, waarna de volgende woorden worden uitgesproken: Oké, eentje dan maar. Er waren zoveel argumenten om niet mee te gaan, waar je zelf vol bewust van was, maar de gezelligheid en de ‘fear of missing out’ overwonnen.
Brak
De volgende dag lig je in je bed, met barstende koppijn. Je weet jezelf overeind te helpen, maar met een beetje geluk is het enige wat je naar binnen krijgt een glas water. Onderweg naar de universiteit weet je nog net een breaker te kopen bij de Albert Heijn, die je zielig opslurpt, terwijl jij je weg vervolgt. Je hebt spijt van gisteravond, je had je plan moeten doorzetten om nee te zeggen tegen afleidingen en gewoon gaan studeren. Het is eigenlijk zonde dat je zoveel spijt hebt van je keuze, want uiteindelijk kan niemand betwisten dat de avond doorgebracht met vrienden veel leuker was dan eentje doorgebracht in de krochten van het MetaForum.
Wijze woorden
Zoals altijd biedt Aristoteles antwoorden. Aristoteles geeft aan dat geluk kan worden gevonden door het navolgen van waar je goed in bent. Wij zitten allemaal op de universiteit, dus wij zijn ongetwijfeld allemaal goed in het opdoen, begrijpen en gebruiken van vergeet-mij-nietjes, het groentelaprincipe, Bode-plotjes, enzovoort. Volgens Aristoteles worden wij dus allemaal gelukkig door het navolgen hiervan: het opdoen en daarna toepassen van deze kennis!
Voordat je denkt dat Aristoteles ‘écht een arelaxte gast’ was, een toevoeging aan deze regel. Hij was er namelijk diep van overtuigd dat seks, voedsel en wijn, indien genoten op constructieve manier met mensen van wie we houden, wezenlijke aanknopingspunten bieden tot menselijk geluk.1 Oftewel, drink af en toe eens een biertje (of vijftien), eet wat kip in De Hoek en wordt eens wakker in een andere kamer dan de jouwe.
En nu?
Wat je uit dit artikel moet halen is dit: je moet je focus leggen op wat je wilt in het leven en daarnaartoe werken. Het is goed je eigen grenzen op te zoeken en deze gaandeweg aan te passen. Dit betekent af en toe een ruggengraat tonen en een avond overslaan. Let op: ik zeg af en toe, je hoeft je niet af te zonderen van de wereld, alleen maar omdat je een deadline hebt.
Soms zijn deze woorden simpelweg nodig in je leven: Oké, eentje dan maar.
1Hall, E., & Plassche, R. van de. (2018). Wat zou Aristoteles doen?: hoe oude filosofie je leven kan veranderen. Utrecht: Ten Have.