Lanseloet van Denemarken

Een abel spel van Lanseloet van Denemarken, hoe hi wert minnende ene joncfrou, die sijnder moeder diende.

Dirk de Kanter

 ” … Nu hoert, wat men u spelen sal.
Hets van enen ridder prinsipael,
die minde ene joncfrou noyael,
Hovesch van herten ende reine,
Maer si was hem te cleine,…”

Bovenstaande zinnen luiden het 13e eeuwse, abele spel “Lanseloet van Denemarken” in. Het spel verhaalt over de liefde tussen ridder Lanseloet van Denemarken en zijn geliefde Sanderijn. Lanseloet, een ridder van zeer goede komaf en wonend op stand met zijn familie op de gronden van het huidige Denemarken. In het spel heeft Lanseloet de liefde opgevat voor de schone Sanderijn, een mooie en slimme dame. Echter Sanderijn is van adel, maar van lagere komaf dan Lanseloet. De klassebrug tussen de twee is aanleiding tot de gebeurtenissen in het spel. Drijfveer achter het klasseprobleem is de moeder van Lanseloet die wil dat Lanseloet op stand trouwt, zoals dat in de hogere kringen gebruikelijk was “Dies was sijn moeder op hem ghestoert, Dat hi sine minne soe neder droech.”

Lanseloet die naar de maatstaven van zijn tijd zijn eigen opvattingen heeft over de waarde van de liefde vraagt in het begin van het spel Sanderijn om raad. De keuze die hij haar voorlegt is haar lief te hebben of voor haar te sterven. Haar lief hebben is in dit geval echter niets minder dan haar aan te bieden zijn minnares te worden en haar te betalen voor haar liefde. Dit was een oplossing die Lanseloet had bedacht om zowel aan de wensen van hemzelf als aan de wensen van zijn moeder te voldoen. Een minnares is immers niet volgens de hoofse liefde, maar gedoogbaar. Sanderijn die alleen in echte liefde gelooft en van dit hele aanbod niets wil weten slaat zijn liefde af. Voor haar is Lanseloet van te rijke en machtige komaf en voldoet deze vorm van liefde niet aan haar eigen ideeën van geluk.

Als Lanseloet blijft aandringen wordt Sanderijn geïrriteerd. “Neen edel here noch ben ic maeght, Dies danc ic Gode van den trone, Al woudi mi gheven te lone, Dusent meret van goude roet.” Lanseloet draait bij en probeert Sanderijn tevergeefs er van te overtuigen dat het ware liefde is dat hem drijft.

Als Lanseloet in de volgende passage alleen is, overdenkt hij de ware liefde van Sanderijn. “Si mint ere voor enich gout.” Zijn moeder hoort zijn overpijnzingen en maakt hem duidelijk niet van deze liefde gedient te zijn. Na een korte ruzie waarin Lanseloet aangeeft alles over te hebben voor zijn liefde met Sanderijn gooit zijn moeder het met hem op een akkoord. De moeder zal Sanderijn bewegen zich die avond bij Lanseloet te voegen op zijn kamer en hij mag dan met haar doen wat hij wil. Echter dit alles op voorwaarde dat hij daarna zijn rug naar haar zal keren en zal zeggen dat hij genoeg van haar heeft en haar niet meer wil zien. Na een kort en nietszeggend protest stemt Lanseloet in. Eigenlijk vindt Lanseloet alles best daar hij meent nu niet meer de schuld voor de komende gebeurtenissen te dragen.

De moeder weet Sanderijn die avond onder de valse voorwendselen naar de kamer van Lanseloet te lokken waar Lanseloet zich vervolgens aan Sanderijn vergrijpt. Gevolgd door de afwijzende woorden die hij zijn moeder had beloofd te zullen zeggen. (stukje spek)

In de volgende passages verplaatste het verhaal zich van uit het kasteel naar de bossen erbuiten. Sanderijn die na de bewuste avond verbolgen over de daad van de moeder en de woorden en de schanddaad van Lanseloet, is gaan ronddolen in het bos om alles te overdenken. Zij besluit Denemarken te verlaten en de wereld in te trekken om zich van een herhaling te behoeden en deze liefde te vergeten. Dolend in de bossen ontmoet zij bij een waterbron een jagende ridder die haar verhaal aanhoort en verliefd wordt op de Sandarijn. Wanneer Sandarijn vertelt over haar afkomst van de schildknecht Robberecht (zie het abele spel “Esmoreit”), besluit de ridder haar ten huwelijk te vragen. Sanderijn aanvaardt met in het begin enige wantrouw zijn verzoek en ze trouwen.

Lanseloet is na het verlies van Sanderijn door zijn eigen toedoen ontroostbaar geworden. Zich steeds meer bewust van zijn fout wordt hij ziek door het verlies van liefde. Op zijn ziektebed stuurt hij zijn kamerdienaar en vriend Reinout erop uit om zijn geliefde te vinden, te overtuigen van zijn berouw en terug te halen. Reinout gaat zodoende op reis en treft tijdens zijn reis op zoek naar Sanderijn een boswachter aan bij de waterbron waar Sanderijn de ridder ontmoette. De boswachter die in dienst is van de ridder waar Sanderijn mee getrouwd is, vertelt Reinout de hoop gekoesterd te hebben net als zijn meester hier de vrouw van zijn leven te ontmoeten. Het valt hem dan ook zwaar slechts Reinout aan te treffen. In ruil voor drank in een soort van herberg beloofd hij Reinout het hele verhaal van zijn meester te vertellen en hem in contact te brengen met Sanderijn.

lanseloet2Bij de ontmoeting doet Sanderijn Reinout haar verhaal en vertelt Reinout geen liefde meer te willen kennen van Lanseloet. Ze vertelt Reinout wederom over de schandelijke daad van Lanseloet en hoe haar man haar wel hoofs heeft behandelt en daarvoor haar liefde verdient. Reinout die met deze kennis teruggaat naar Lanseloet besluit Lanseloet niet te vertellen dat Sanderijn nieuwe liefde heeft gevonden en inmiddels gelukkig getrouwd is. Hij verhaalt Lanseloet bij terugkomst over zijn ontmoeting met Sanderijn en vertelt dat ze direct na Reinouts verhaal over het berouw van zijn meester aan liefdesverdriet gestorven is. Lanseloet besluit, radeloos met het overlijden van Sanderijn, zelfmoord te plegen in de hoop Sanderijn aan gene zijde weer te zien.

Reinout besluit het spel met de woorden dat Lanseloet door zijn onhoofse gedrag zijn ware liefde heeft verloren daar slechts de ware liefde gehoor vindt.

  ” … Ghi heren, vrouwen,
wijf ende man,
Nu nemt hier exempel an…”

  ” … Alsoe dat si hem ontginc.
Daer omme radic boven alle dinc
Hoveschelike te sprekene elken man,
Waer hi mach ende waer hi can.
Ende sonderlinghe van allen vrouwen
Sprect hoveschelike ende mint met trouwen,
Soe moeghdi troest van vrouwen vercrighen.
Nu biddic u allen, dat ghi wilt swigen:
Ons voerspel dat es ghedaen,
Men sal u ene sotheit spelen gaen…”

Nabespreking

Voor iedere student zal dit klinken als een standaard verhaaltje dat vandaag de dag menig keer in andere vorm terug te vinden is. Door een meer literair onderlegt persoon zal zelfs een vergelijking getrokken kunnen worden naar Hamlet van Shakespeare dat een redelijk identieke verhaallijn kent. Echter iedereen kent Hamlet, maar slechts een enkeling kent het verhaal van Lanseloet van Denemarken. Een vreemde gewaarwording wanneer men beseft dat dit wellicht het oudste, opgeschreven sproke is dat onze mondale geschiedenis rijk is en een mijlpaal is in de Nederlandse geschiedenis. Het werk is immers meer dan driehonderd jaar ouder dan de werken van Shakespeare en zeer modern voor de tijd van geboorte.

Van het in Hulthems geschreven stuk Lanseloet is niet precies bekend wanneer het voor de eerste keer op papier is gezet. Het stuk werd tegelijk met drie andere abele spelen aangetroffen in de collectie van ridder van Hulthem. Het handschrift waarin Lanseloet geschreven is komt overeen met de andere drie abele spelen waardoor overeenkomst in tijd wordt vermoed. Voor een van de andere stukken is de periode van 1350 na Christus vastgesteld wat een richttijd geeft voor het stuk Lanseloet van Denemarken. Het vermoeden bestaat alleen dat er nog een oudere versie van het stuk bestaat dat dateert uit de 12e eeuw. Het vermoeden bestaat door een verwijzing in een andere tekst. Deze versie van Lanseloet is alleen nooit aangetroffen.

Het stuk Lansloet van Denemarken is zoals al eerder vermeld werd van oorsprong een sproke. Een sproke is een ridderroman dat door twee of meer sprekers wordt voorgedragen. De dialoog die hierbij ontstond had enigszins iets weg van een eerste vorm van toneelspel. Het kon door een minimale bezetting van twee personen opgevoerd worden en was zodoende een zeer veel bedreven vorm van volksvermaak. Wagens met verzorgde decors, valluiken en uitgebreide kostuums waren aan de orde van dag. Toch was er in die tijd nog sprake van enige simpelheid in het toneelspel daar een gewone krijtstreep veelal nog een deur moest verbeelden, een overgang was van het dorp naar het bos of zelfs de overgang van het thuisland naar een land vele duizenden kilometers verderop. Veel werd nog overgelaten aan de verbeeldingskracht van de kijker.

Lanseloet was een hoofs stuk. De priester Andreas Capellanus had vroeg in de Middeleeuwen de kenmerken van een hoofs stuk op papier gezet en de meeste schrijvers hielden zich daar ook aan. Zo ook de schrijver van Lanseloet. Hoofse stukken kenmerken zich ondermeer doordat intellect verkozen werd boven krachtpatserij. In het stuk wordt twee keer de hoofdrol gespeeld door een “stoere” ridder en geen enkele keer laat een van de ridders zijn spierballen zien.

Een ander kenmerk is het feit dat standen niet doorbroken mogen worden en dat de dame maagd, adellijk, mooi, jong en rijk moet zijn. De positie van Sanderijn wordt in het stuk lastig gemaakt naar de tweede ridder toe daar zij door Lanseloet haar maagdelijkheid is kwijtgeraakt.

lanseloet3Een derde opmerkelijk kenmerk van de hoofse literatuur is de omgeving waarin het zich afspeelt. In de hoofse literatuur wordt moeite gedaan om de mooiste omgevingen te bedenken (Locus amoenus) voor situering van het spel. De schrijver heeft in het stuk Lanseloet de omgevingen nauwkeurig uitgezocht. “De fontein in het bos naast de bomen die in bloesem staan.” De omgeving had niet mooier gemaakt kunnen worden.

Opmerkelijk in de hoofse literatuur is de rol van de vrouw. In de hoofse literatuur verandert immers de rol van de vrouw in de maatschappij. In plaats van een onderdanig type dat slechts het geluk van haar man kent krijgt de vrouw nu een eigen mening toebedeelt en wordt ze in het stuk op een voetstuk gezet (aanbeden).

In de periode dat dit stuk op papier wordt gesteld, speelt het christelijke geloof een zeer grote rol in de maatschappij. Een goed mens dient gelovig te zijn en vertrouwt op God. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de dichter moeite heeft gedaan om God en de duivel in het verhaal te laten terugkeren. De duivel niet in eigen gedaante, maar wel zijn kenmerkende invloeden door de moeder van Lanseloet ongekend boosaardige te maken en gewiekstheden mee te geven. Toch zit in de rol van de moeder een vreemde tegenstelling. Aan de ene kant beschermt ze het hoofse gedrag door te pogen Lanseloet bij Sanderijn weg te krijgen, maar aan de andere kant heeft ze weinig problemen met de Lanseloet die alle andere hoofse wetten overtreed. Lanseloet mag immers met instemming van zijn moeder de nacht doorbrengen met Sanderijn en moet zelfs op haar gebod zich onhoofs opstellen. Uiteindelijk betaalt de moeder voor haar duivelse praktijken de dure prijs van het verliezen van haar zoon.

Van het stuk moet gezegd worden dat het een literair werk is voor de liefhebber. Het is geen werk dat door een student in een avondje wordt gelezen met begrip van de inhoud. De woorden die in het stuk gebruikt worden, lijken een voor de hand liggende betekenis te kennen (hun hedendaagse betekenis), maar in de tijd dat dit stuk geschreven werd kenden vele woorden juist een hele andere betekenis. Een klein voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld gesonghen. Dit woord zou in de tekst gemakkelijk als gezongen of verteld gelezen kunnen worden terwijl het roddelen betekent wat de tekst op een aantal plaatsen een hele andere wending geeft. Om het stuk te lezen dient daarom een verklarende woordenlijst erbij genomen te worden om de tekst volledig tot zijn recht te laten komen. Kennis van de periode waarin het stuk geschreven is, doet de tekst nog begrijpelijker en waardevoller maken. Een aanrader voor iemand die oprecht geïnteresseerd is in de historie van de literatuur. Zeker daar het stuk veel kenmerken van zijn tijd bezit en relatief kort is wat het tot een goede tekst maakt om mee te beginnen. Voor lieden die deze oude literatuur niet paraat hebben in de boekenkast zijn er meerdere adressen op internet die de tekst aanbieden. Succes!

Publicatie verschenen in Simon Ster 34.7