Beleggen deel I

Rik van Boxtel & Jasper Winkes

Gefeliciteerd, aangezien u dit leest is de kans groot dat u een werktuigbouwer in opleiding bent. U wordt dus een schaars goed en zoals dat met alle schaarse goederen zit wordt u dus ook duur. Ergo u gaat veel verdienen. Maar wat nu te doen met al die poen? Wederom staat Rhetoricadispuut Tau u terzijde met weer een nieuwe Staut, ditmaal over de beurs en het beleggen. De eerste aflevering gaat over het ontstaan van de beurs, aandelen en obligaties.

Geschiedenis

De Amsterdamse effectenbeurs is de oudste effectenbeurs ter wereld. Zij werd in 1602 gesticht en men verhandelde er aandelen van de VOC. De eerste obligaties stammen ook uit deze tijd. In de beginjaren had de beurs nog geen fysiek onderkomen, de handel vond plaats op bruggen en in koffiehuizen. In 1611 betrok men het eerste gebouw, gelegen aan het Rokin. Na vele verhuizingen bevindt de beurs zich tegenwoordig op beursplein 5. In 1997 fuseerden de Amsterdamse Effectenbeurs en de EOE-Optiebeurs tot de Amsterdam Exchanges N.V. Drie jaar later gingen de beursen van Amsterdam, Brussel en Parijs samen met als naam Euronext. In 2002 kwamen daar nog eens de LIFFE (London International Financial Futures and Options Exchange) en de beurs van Lissabon bij.

Alle handel vond mondeling plaats totdat men in 1988 overging op schermenhandel. Dit houdt in dat vraag en aanbod via de computer verlopen. De optiebeurs bleef wel mondeling handelen, welbekend van beelden van druk roepende en gebarende mannen in rare jasjes. Dit beeld is verleden tijd sinds 9 december 2002 toen de optiebeurs eveneens overschakelde op schermenhandel.

Aandelen

Beleggen is het investeren van geld met als doel het vermeerderen ervan. Het bekendst is het beleggen in ‘aandelen’. Een aandeel is een bewijs van deelname in het vermogen van een besloten of naamloze vennootschap. Kortom als u een aandeel koopt, wordt u voor een (doorgaans zeer klein) deel eigenaar van het betreffende bedrijf. Op de beurs kunnen aandelen van naamloze vennootschappen verhandeld worden. Als een bedrijf naar de beurs gaat dan kunt u ook inschrijven op een emissie. Als aandeelhouder hebt u doorgaans stemrecht op een jaarvergadering. Op een jaarvergadering worden de cijfers gepresenteerd en mag u vragen stellen.

De prijs, oftewel de koers, van een aandeel komt tot stand door vraag en aanbod. Als een onderneming winst maakt dan kan zij dit uitkeren aan de aandeelhouders in de vorm van ‘dividend’. Er zijn drie soorten dividend, te weten ‘cashdividend’ (contant), ‘stockdividend’ in de vorm van aandelen en als laatst ‘keuzedividend’, waarbij de aandeelhouder mag kiezen tussen de twee genoemde soorten. Op het einde van het boekjaar is bekend hoeveel winst een onderneming heeft gemaakt. Als naar aanleiding daarvan dividend wordt uitgekeerd heet dit ‘slotdividend’. Er kan ook tussentijds dividend worden uitgekeerd als er een schatting is voor de hoeveelheid winst die op het eind van het boekjaar gemaakt zal worden. Dit heet ‘interimdividend’. Pas op het einde van het boekjaar kan het dividend precies bepaald worden en dus wordt dit met het slotdividend verrekend.

Er is een aantal methoden om de waarde van een aandeel te bepalen. Een van de methoden is de zogenaamde ‘koers-winstverhouding’, dit is de koers van een aandeel gedeeld door de winst per aandeel (totale winst/aantal aandelen). Toekomstverwachtingen werken sterk door in de koers van aandelen. Is de verwachting dat een bedrijf meer winst gaat maken, dan zal het aandeel gewild zijn en dus de koers hoog. Een andere veelgebruikte methode is de ‘technische analyse’ die beter empirische analyse genoemd kan worden. Dit aangezien deze vorm van analyse berust op het herkennen van trends, iets wat achteraf altijd heel goed gaat en dit verklaart weer het grote aantal boeken over dit onderwerp.

De beurs is afhankelijk van de economische situatie. Fondsen die hier sterk op reageren heten ‘cyclisch’. Hieronder vallen bijvoorbeeld techniekgerelateerde fondsen, waarvan ASML een goed voorbeeld is. Fondsen die nauwelijks last hebben van de conjunctuur heten ‘acyclisch’. Een bekend voorbeeld is Unilever, mensen moeten zich toch wel wassen en zullen ook blijven eten.

Obligaties

‘Obligaties’ zijn schuldbrieven die worden uitgegeven door de overheid of een particuliere onderneming, meestal voor langere termijn. Bedrijven en overheden hebben namelijk geld nodig en dat kunnen ze lenen van beleggers. Deze beleggers krijgen hiervoor een vooraf vastgestelde beloning, de ‘interest’. Na het verstrijken van de looptijd van de obligatie, typisch ergens tussen de 5 en 30 jaar, krijgt de belegger zijn geld terug. De obligaties hebben doorgaans een grootte van € 100. De obligatie is dus een veilige manier van beleggen. Als de onderneming in moeilijkheden geraakt is er echter een probleem, van de eens zo degelijke belegging blijft dan weinig over en hoewel de obligatiehouder als een van de eersten mee mag delen in de nog resterende opbrengst van het bedrijf, zal het toch een schrale troost zijn. Aangezien de kans dat de Nederlandse Staat failliet gaat, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, uitgesloten is, zijn deze obligaties van dat risico gevrijwaard.

Naast de genoemde obligatie is er nog een aantal vormen van obligaties dat in Nederland niet bijzonder veel wordt gebruikt, echter toch het vernoemen waard is.

Convertibles

De ‘convertible’, oftewel de converteerbare obligatie, is een obligatievorm die de houder het recht geeft om tegen een afgesproken prijs zijn obligatie in te wisselen voor aandelen van het desbetreffende bedrijf. De tijd dat dit recht geldt hoeft niet samen te vallen met de looptijd van de obligatie. Voor de belegger lijkt dit een ideaal product, de veiligheid van obligaties combineren met de voordelen van beleggen in aandelen. Natuurlijk zit de wereld niet zo makkelijk in elkaar en wordt alles in de te ontvangen interest en de prijs verdisconteerd.

Reverse convertibles

De naam zegt het eigenlijk al, de ‘reverse-convertible’ is het omgekeerde van de convertible. In tegenstelling tot de converteerbare obligatie is het hier niet aan de houder om hem in te wisselen, maar de uitgever bepaalt of en wanneer hij ingewisseld wordt.

Verder is er nog een aantal minder gangbare obligatiesoorten verkrijgbaar, zoals de ‘zero bond’ die ver onder de nominale waarde uitgegeven wordt, maar geen rente uitkeert en aan het eind van de looptijd krijgt men wel de nominale waarde uitgekeerd.

Vloeibaar dividend

De auteurs met een lid can de raad van bestuur

De auteurs met een lid can de raad van bestuur

Nu denkt u waarschijnlijk: “Wat heeft dit alles met bier te maken?”. Enigszins stigmatiserend denken we namelijk dat dit stuk u begint te vervelen en u ondertussen meer zin heeft in bier. Geschreven is reeds over aandelen en bijbehorend dividend, zowel cash- als stockdividend. Er is echter nog een andere vorm van dividend, die u niet snel terug zult vinden in de boekjes, het ‘vloeibaar dividend’. U raadt het al; het gaat hier over bier. Om dit vloeibaar dividend te kunnen innen dient u in het bezit te zijn van aandelen. In de literatuur zijn vele ratio’s bekend, wij voegen er echter één toe: de ‘bier per aandeel’ ratio. Deze ratio is gedefinieerd als de hoeveelheid verkregen bier gedeeld door de investering per aandeel. Deze ratio is afhankelijk van de proefpersoon en zijn capaciteiten. Om de bier-per-aandeel-ratio vast te stellen is de proef op de som genomen en zijn twee aandelen Heineken aangeschaft a € 75, waarvan ongeveer € 9 kosten en dus € 66 geïnvesteerd in een gerenommeerde brouwer. En zo kwam het dus dat ondergetekenden op 29 april naar Amsterdam togen om het vloeibaar dividend te innen.

Een ander aandeel had ook gekund, maar het is toch het best om het bij een bedrijf dat haar eigen dividend brouwt te halen. Dus bleven de twee beursgenoteerde brouwers van Nederland, Grolsch en Heineken, over. De keuze viel op Heineken, hoewel dit uit financieel oogpunt niet verstandig was, aangezien een aandeel Grolsch namelijk op het moment van schrijven zo rond de € 20 kostte en Heineken rond de € 33.

Een greep uit de consumpties

Een greep uit de consumpties

Resumerend het bier dat genuttigd is:
– Wieckse Witte (1)
– Heineken pils (6)
– Brand UP (3)
– Wieckse Brut (1)
– Zipfer (2)
– Gösser (??)

Gerekend met de gemiddelde prijs op Stratumseind komen wij op een totaal van minimaal € 55; hetgeen ons een bier per aandeel-ratio van 73% oplevert, niet slecht menen wij. Bovendien lagen de volgende ochtend vijf Heineken strandtenten naast ons bed. Kortom: een geslaagde dag.

Helaas zult ú een jaar moeten wachten, aangezien de jaarvergaderingen van Grolsch en Heineken zojuist geweest zijn.

Publicatie verschenen in Simon Ster 35.4