Olie
Rik van Boxtel
Het kan niemand ontgaan zijn, de sterk fluctuerende olieprijzen de laatste tijd. Het belang van olie wordt keihard zichtbaar door de gevolgen van veranderingen op de oliemarkt. Een tijd geleden is in deze rubriek al verslag gedaan van beleggen in het algemeen, daarom nu geen uitgebreid verhaal over het speculeren in olie, maar wel wat het zwarte goud eigenlijk is en wat de prijs bepaald.
Wat is aardolie eigenlijk? Iedereen weet dat olie uit de grond wordt gepompt. Hoe de olie daar terecht is gekomen en hoe de vorming precies in zijn werk gaat is bij velen niet bekend. In een ver verleden, met name tijdens het Carboon, leefden al veel organismen op aarde. Overblijfselen van die zeedieren en planten werden vermengd met modder en bedolven onder sedimentlagen. Naarmate de laag sediment dikker werd, nam de temperatuur en de druk toe. Er ontstond eerst een vettige substantie genaamd kerogeen, die later omgezet werd in vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen. Deze koolwaterstoffen verplaatsten zich door de aardkorst tot ze in een poreuze laag kwamen. Hier vormden ze gasbellen en olievelden. De omstandigheden waaronder olie zich vormt zijn erg temperatuurgevoelig. Boven de 130°C kan zich olie vormen, maar boven de 180°C worden de koolwaterstoffen weer afgebroken. De temperatuur waaronder olie kan ontstaan, is ongeveer tussen de 130 en 150°C, dit komt overeen met een diepte van ongeveer 4 tot 5 km. Turf en veen zijn voorbeelden van plantenresten die nog niet aan die hoge temperatuur en druk zijn blootgesteld, het zijn dan ook de voorlopers van onder andere olie. Deze ontstaanswijze van olie en gas heet biogenisch.
Volgens sommigen echter zijn fossiele brandstoffen op een andere manier ontstaan, deze theorie heet abiogenisch. Deze theorie gaat er van uit dat koolstof van nature voorkomt in de bodem, mede in de vorm van koolwaterstoffen en dat deze dus niet van biologische oorsprong zijn. Deze koolwaterstoffen hebben een lagere dichtheid dan water en stijgen dus op in de aardlagen. Volgens de abiogenische theorie komt olie van 200 km diepte, veel dieper dus dan volgens de biogenische theorie. Het feit dat er sporen van micro-organismen in de olie gevonden worden, kan verklaard worden doordat bacteriën later, in hogere lagen, deze olie besmetten.
Deze theorie is ontwikkeld in de voormalige Sovjetunie en begint nu ook in het Westen aan populariteit te winnen. Er zijn tal van bewijzen voor de abiogenische theorie. Eén daarvan is, dat het onder de lage druk die heerst op een paar kilometer diepte thermodynamisch niet mogelijk is dat hogere alkanen zich spontaan vormen uit methaan.
Eigenschappen
Aardolie is vloeibaar, denken we. De viscositeit is vaak zo hoog, dat het niet zo erg vloeibaar is. Afhankelijk van de vindplaats kan olie zo viskeus zijn bij kamertemperatuur, dat je er overheen kunt lopen. Olie wordt normaalgesproken opgewarmd om het verpompbaar te maken.
Olie wordt normaliter verhandeld in vaten van 159 liter, ook wel barrels genoemd. De handelsvaluta voor alle olie is de Amerikaanse dollar. Zoals al vermeld, is niet alle olie hetzelfde. Dé prijs van olie bestaat dus ook niet en zo is de plaats van winning of de kwaliteit van belang. De meest gebruikte namen voor olie is de brent olie en de West Texas Intermediate. De brent olie komt onder de Noordzee vandaan, bij de meesten zal het woord brent spar bekend in de oren klinken.
Olie wordt als grondstof in veel producten gebruikt. Polymeren worden gemaakt uit aardolie en in bijna alles zit wel plastic. Ook producten zonder plastic kunnen niet worden gemaakt zonder hulp van energie. Deze energie is voor een groot gedeelte afkomstig uit fossiele brandstoffen en olie is er daar een van. Het wordt geraffineerd gebruikt in verbrandingsmotoren en leveren zo energie voor onder andere transport en productie.
Raffinage
Aardolie zelf is vaak onbruikbaar voor direct gebruik. In een destillatie kolom wordt het geraffineerd en er ontstaan verschillende fracties die voor verschillende doeleinden gebruikt kunnen worden. De hoofdfracties van aardolie zijn: gassen (propaan, butaan en LPG), lichte destillaten (brandstoffen voor het wegverkeer en de luchtvaart, en grondstoffen voor de petrochemische industrie), middendestillaten (gasolie en dieselolie), stookolie (brandstof voor schepen en elektriciteitscentrales) en residu (grondstof voor smeermiddelen en asfalt).
Stookolie kan gekraakt worden, zodat lichtere producten ontstaan. Kraken is het breken van de lange ketens, zodat meerdere korte koolstofketens ontstaan. Dat gebeurt onder hoge temperatuur en met katalysatoren. Op deze manier kan er bijvoorbeeld benzine van gemaakt worden, wat meer geld oplevert.
OPEC
OPEC is de Organisation for Petroleum Exporting Countries. Elf landen zijn aangesloten bij dit kartel en hebben veel macht op de oliemarkt. Deze landen spreken samen af hoeveel olie ze gaan produceren, zodat de prijs stabiel en gunstig blijft voor deze landen. De OPEC is opgericht in 1965 en zetelt sindsdien in Wenen. De OPEC- landen hebben tweederde van de wereld oliereserves in handen en ze zijn verantwoordelijk voor de helft van alle olie-export. Omdat olie in dollars wordt geprijsd, heeft de wisselkoers invloed op de hoeveelheid olie die ze produceren. Saoedi-Arabië is de belangrijkste speler in het kartel. Het is het enige land dat overcapaciteit heeft en dat dus in kan springen op een hogere vraag en zo de prijs kan regelen.
Niet alle grote olielanden zitten in de OPEC. Rusland en de Europese en Noord-Amerikaanse landen zijn bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd.
Voorraden
De meeste ruwe olie komt Nederland binnen per schip in Rotterdam. De helft hiervan wordt opgeslagen of doorgevoerd naar afnemers in binnen – en buitenland. Dit gebeurt meestal per pijpleiding, omdat dit de goedkoopste manier is. De andere helft wordt grotendeels bewerkt in olieraffinaderijen in de Europoort. Dit kunnen eindproducten zijn, zoals benzine of halffabrikaten voor de kunststoffenindustrie, en kunnen per trein, schip of tankwagen verder getransporteerd worden. Ruwe olie die opgeslagen wordt, komt voor het grootste gedeelte in de punt van de Maasvlakte terecht. De opslag is eigendom van Maasvlakte Oil Terminal (MOT). De MOT is een samenwerking tussen BP Raffinaderij, Esso Nederland, Koeweit Petroleum, Vopak Maasvlakte Terminal, Shell Nederland en Total Opslag. Alle opslagtanks van de MOT samen hebben een capaciteit van 4.000.000 m³. Dit is normale opslag, maar er is ook een speciale voorraad die Nederland van olie kan blijven voorzien in geval van nood. Na de oliecrisis in de jaren 70 heeft de regering besloten om altijd een strategische voorraad aan te houden. Precieze gegevens zijn geheim in verband met het strategische belang, maar er zijn 15 opslagplaatsen met in totaal 150 tanks. De meeste tanks zouden in de Botlek staan en goed zijn voor een 1.000.000 m³. Hiermee kan Nederland drie maanden voorruit. Tot voor kort was de strategische voorraad in Nederland nog nooit aangesproken. Recent is zon 2% van de voorraad verkocht, vanwege de orkanen in de Golf van Mexico waar veel olie-industrie zit.Velen denken dat Irak door de VS is binnengevallen vanwege de grote hoeveelheid oliereserves. Irak heeft inderdaad nogal wat olie in de grond zitten, maar de bewezen reserve is lager dan die van Iran en Saoudi-Arabie. Ook is de reserve maar weinig groter dan die van Koeweit en de Emiraten, die toch veel kleiner zijn. Irak is dus niet de meest logische keuze vanuit het olieoogpunt.
Olie in Nederland
Op het gebied van raffinage en overslag speelt Nederland wel een grote rol. De grootste raffinaderij van Europa staat namelijk in het Rotterdamse havengebied en is van Shell. De verwerkingscapaciteit is 40.000 liter per minuut.In Nederland wordt op het moment nauwelijks nog olie gewonnen. Tot 1996 is er in het dorp Schoonebeek in Drenthe door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) olie gewonnen. Dit belangrijkste olieveld van Nederland is in 1943 ontdekt, maar met succes geheim gehouden voor de Duitse bezetter. Na de oorlog is begonnen met de exploitatie van het veld. De productie kan door nieuwe technieken misschien hervat worden.
Bijna op?
In de media komt de eindigheid van de fossiele brandstoffen vaak aan bod. De voorraad is zeker eindig, maar er is nog genoeg voor honderden jaren. Als er wordt gesproken over reserves, bedoelt men vaak de bewezen en economisch rendabele voorraden. Tot nu toe zijn alle onheilsvoorspellingen niet uitgekomen. Pessimisten roepen al decennia lang dat de olie over enkele tientallen jaren op is. Doordat door technologische verbeteringen er steeds meer olie uit een bron gehaald kan worden, wordt de winbare hoeveelheid groter. Ook worden bronnen, die eerst te moeilijk of te duur waren om er olie uit te winnen, interessant. Een hoger prijspeil werkt natuurlijk ook positief voor de hoeveelheid economisch winbare voorraad. De teerzanden in Canada worden nu bijvoorbeeld ook ontgonnen, terwijl dat voorheen te duur was.
Meer info over het ontstaan van olie:
Wikipedia over petroleum