Octrooien deel II

Rik van Boxtel & Jasper Winkes

Algemeen Octrooi en Merken Bureau

Algemeen Octrooi en Merken Bureau

In de vorige aflevering van sTAUt hebben wij u de geschiedenis van octrooien en de eisen waaraan een octrooi moet voldoen, uit de doeken gedaan. In deze sTAUt zult u leren hoe de aanvraagprocedure in zijn werk gaat en hoe u, door dit slim te doen, veel geld kunt besparen. Tevens zal de opbouw van een octrooi nader worden toegelicht.

Een vaak gehoord verwijt is dat octrooien stervensduur zijn. Dit klopt deels ook wel, maar door slim gebruik te maken van de bestaande procedures kunt u de kosten flink inperken. Er is zelfs een methode om zelf een octrooi te schrijven, alleen tenzij u gepensioneerde octrooigemachtigde bent, anders valt dit zeker af te raden.

Welnu, u hebt een goed idee. U hebt gecontroleerd dat het aan de drie standaard eisen -nieuwheid, inventiviteit en industriele toepasbaarheid- voldoet en u wilt hier patent op aanvragen.

Er is nu een drietal standaard routes welke u kunt volgen:

  • Nederlandse route
  • Europese route
  • PCT route (internationaal)

Nederlandse route

De Nederlandse route is een methode om een Nederlands octrooi aan te vragen. Dit kan een 6-jarig octrooi zijn waarvoor geen nieuwheidsonderzoek vereist is of een 20-jarig octrooi waarvoor dit wel vereist is. Het schrijven van een aanvraag door een octrooigemachtigde zal u tussen de 2000 en 4000 euro kosten, afhankelijk van de complexiteit en de tarieven van de octrooigemachtigde. Mocht u er naar aanleiding van het nieuwheidsonderzoek wat vervolgens wordt verricht, er achter komen dat de tekst van het octrooi niet helemaal nieuw is, dan mag u deze nog bij laten stellen. Ook dit is niet gratis en zal u tussen de 500 en de1500 euro kosten. Dan is de vraag of het slim is om in Nederland octrooi aan te vragen. In het geval van een tulpenbollenpelmachine zeker! Echter, Nederland is maar een klein land en dus zal het, zeker als u een wat breder georiënteerde vinding heeft, zinvoller zijn om naar de alternatieven te kijken.

Europese Route

In geval van de Europese route wordt er een procedure gestart waarbij u een Nederlandse aanvraag doet met een internationaal nieuwheidsonderzoek (2500 4000 euro tezamen). Vervolgens vindt in het tweede jaar de vertaling plaats en de Europese indiening (3000-4000 euro), waarna u de landen mag gaan aanwijzen waarin u octrooi wilt aanvragen. Wanneer voor ieder land een octrooi wordt verleend, dan wordt het een prijzige zaak, omdat u voor ieder land een vertaling moet betalen, (het octrooicentrum geeft hiervoor een indicatie van 10.000 15.000 euro). Let wel, voor ieder land moeten vervolgens instandhoudingstaksen betaald worden. Als u dat vergeet, dan vervalt het octrooi in dat land.

PCT route

De PCT route is een route waarbij u de mogelijkheid hebt om via een procedure die gestart wordt later meerdere landen aan te wijzen. Het is namelijk ook mogelijk om in ieder land los octrooi aan te vragen. Door dit echter via de PCT procedure te doen, kunt u in het begin van de procedure de kosten drukken door na aanvraag van het Nederlandse octrooi en het internationale nieuwheidsonderzoek de PCT procedure te starten. Kort gezegd komt het er op neer dat u in totaal 30 maanden hebt om te bedenken in welke landen u nu daadwerkelijk bescherming wilt. Dit alles voor een bedrag van 4000-5000 euro per jaar voor de eerste twee jaar. In het derde jaar worden de kosten aanzienlijk hoger, daar er dan overgegaan moet worden op de afzonderlijke aanvragen en de daarbij behorende vertaalkosten.

Dit zijn in een notendop de drie standaardroutes welke gevolgd worden, de meeste aanvragen van universiteiten volgen de Europese of PCT route. Tijdens het eerste jaar van de aanvraag, het prioriteitsjaar genoemd mag er nog een klein beetje gesleuteld worden aan het octrooi, maar ook weer niet te veel!

Opbouw

Een octrooi bestaat in het algemeen uit de volgende onderdelen:

  • Titel
  • Bibliografische gegevens
  • Samenvatting
  • Beschrijving
  • Conclusies
  • Tekeningen

Elk van internet geplukt patent document heeft een soortgelijke opbouw, onafhankelijk van de taal waarin gepubliceerd wordt. Soms is een uitgevoerd nieuwheidsonderzoek bijgevoegd.

Titel

De titel spreekt eigenlijk wel voor zich. Het is een zeer korte beschrijving van de uitvinding, waarin soms de toepassing wordt genoemd. Vaak wordt veel meer beschreven in het octrooi of is de uitvinding specifieker dan de titel doet voorkomen. Om te besluiten of een octrooi interessant is, heeft u aan de titel meestal niet genoeg.

Bibliografische gegevens

Op de eerste pagina van elk octrooidocument vindt u alle informatie over het betreffende octrooi. Naast de titel staan de uitvinder(s), de aanvrager(s), de octrooigemachtigde, classificatie en een aantal data genoemd. Onderaan staat de samenvatting.

Het classificatienummer geeft aan op welk deel van de techniek de uitvinding betrekking heeft. Een classificatienummer van het voorbeeld is B65D85/36. Dit moet van links naar rechts gelezen worden. Convergerend van heel breed naar zeer specifiek. De B staat bijvoorbeeld voor: Transforming operations; transporting. B65D is daar weer een subcategorie in wat alle soorten van verpakkingen omvat. Uiteindelijk is de categorie B65D85/36 alleen bedoeld voor verpakkingen for biscuits or other bakery products!

Samenvatting

Het uittreksel, of samenvatting genoemd, bestaat uit minimaal 50 en maximaal 250 woorden. Als de samenvatting een figuur bevat, dan is het maximum 150 woorden.

Voor de juridische houdbaarheid is het uittreksel niet van belang, het dient alleen ter oriëntatie van de lezer. In een korte tijd kan de lezer zien of het document voor hem van belang is.

Beschrijving

In de beschrijving wordt de vinding, vaak een product, beschreven. Vervolgens vertelt de uitvinder wat het probleem is waarmee men kampt, de probleemstelling. Als er geen probleem is, waarvoor heeft de uitvinder dan een uitvinding gedaan?

Meestal wordt kort de relevante huidige stand van de techniek uit de doeken gedaan. Vergelijkbare producten worden beschreven vergezeld met referenties aan patent nummers. Andere uitvindingen hebben het genoemde probleem misschien al opgelost, maar hebben nadelen (die de nieuwe uitvinding niet heeft) of anderen hebben het probleem nog niet gezien of domweg nog niet op kunnen lossen.

De door de uitvinder bedachte oplossing biedt soelaas voor de genoemde problemen. Hij beschrijft de bedachte oplossing en licht dit vaak toe met tekeningen.

Conclusie

De conclusie is eigenlijk het belangrijkste van het octrooi. In het Engels wordt het claims genoemd, wat de lading voor de meesten beter dekt. De uitvinder schrijft er wat door hem uitgevonden is en waarvoor hij bescherming wil. Hij bakent als het ware af welk deel van de techniek hij/zij recht op heeft, opeisen dus. Het hoofdstuk conclusies bestaat uit één of meerdere conclusies. Elke conclusie bestaat uit eigenlijk maar uit één zin, maar kan toch meerdere paginas beslaan. Duidelijk is dat het de leesbaarheid niet ten goede komt. Wollig taalgebruik is sowieso iets waar de meeste octrooien mee kampen.

De zin bestaat altijd uit twee zinsdelen, welke gescheiden zijn door de woorden met het kenmerk dat. In het eerste zinsdeel wordt een bestaand object beschreven en in het tweede zinsdeel wordt genoemd wat het object zo uniek maakt. Dat beschreven unieke stuk is hetgeen waarvoor je monopolie eist. De conclusies zijn zo opgebouwd dat de eerste conclusie het belangrijkst is. De daaropvolgende conclusies zijn afgeleiden van de daarboven staanden. Vaak zie je de volgende constructie terug.

  1. … met het kenmerk, dat …
  2. Het object volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat …
  3. Het object volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat …
  4. Etc. Etc.

Vaak betreffen deze conclusies op het oog simpele toevoegingen of bijzonderheden op de eerdere conclusies. Deze zijn echter juridisch van groot belang. Als iemand het octrooi aanvecht, kan het zo zijn dat de rechter de aanklagende partij deels gelijk geeft. Dit kan bijvoorbeeld zijn, omdat een deel van het beschrevene al bestond ten tijde van de aanvraag. Een aantal conclusies kan dan komen te vervallen, maar een deel kan overeind blijven.

Tekeningen

Een tekening zegt meer dan 1000 woorden, wordt wel eens gezegd. Ook in de octrooiliteratuur gaat dit op. In de beschrijving van de uitvinding wordt meestal gebruik gemaakt van afbeeldingen. Vreemd genoeg doen deze tekeningen nogal ouderwets aan, ze lijken met de hand getekend en voldoen niet aan de normen voor technisch tekenen. Gebruikte nummers voor aanduiding van bepaalde onderdelen zijn vaak niet in een strak font, maar lijken pengeschreven. Kleuren worden sowieso niet toegepast en grijstinten nauwelijks. De juridische wereld is conservatief, men houdt het maar bij het oude om zeker te zijn dat het veilig is en niet onderuitgehaald kan worden door iemand. Zoals het vroeger was, was goed, verandering leidt mogelijk tot problemen, zo denkt men. De nummers of letters in de figuren worden in de beschrijving aangehaald om als toelichting te dienen. De aanvrager heeft er belang bij dat zijn tekeningen niet te specifiek zijn. Iemand anders kan dan zeggen dat de aanvrager alleen dat specifieke geval heeft uitgevonden, terwijl hij ook andere uitvoeringen in het achterhoofd had. Een daadwerkelijk product zal er altijd anders uitzien dan op de octrooitekening. Men vraagt over het algemeen patent aan op een principe, niet op een exact ontwerp.

Met bovenstaande uitleg is het mogelijk om zelf een (elektronische) aanvraag te doen zonder octrooigemachtigde en kost dan maar 90 euro! Toch is het sterk af te raden dit te doen, omdat het u waarschijnlijk aan de benodigde juridische kennis ontbreekt om een goed document te fabriceren. Getrainde juristen vegen er zo de grond mee aan en het octrooi is dan dus eigenlijk niets waard. Wel kunnen anderen er met uw, potentieel winstgevende, idee aan de haal gaan.

Publicatie verschenen in Simon Ster 37.4