De Droom

De wereld van het onbegrensde

Bas Elders

Dromen is een enorm fascinerende en toch dagelijkse gebeurtenis in ons leven. Iedereen is bekend met het feit dat je ’s nachts, wanneer je slaapt, in een dromenwereld terecht kan komen die zowel onbegrijpelijk, onverklaarbaar als toch zeer realistisch kan zijn. In deze dromen kunnen van zeer bekende personen en dagelijkse situaties tot totaal onbekende personen en nog nooit eerder vertoonde situaties voorkomen. Ook lijkt het concept van tijd zoals die in onze dromen is, veel te verschillen met de tijd zoals we die kennen in de realiteit; een powernap van 20 minuten kan soms uren lijken te duren in onze dromen. ’s Ochtends als we wakker worden en de wereld van de dromen weer inruilen voor de realiteit, blijkt het erg moeilijk te beseffen wat in je dromen van die nacht allemaal is gebeurd. Wat is deze magische wereld die we binnen treden in onze slaap? Hebben de verhalen die we beleven een dieper liggende betekenis en hebben we misschien zelfs profijt van de dromen als we weer terug zijn in de realiteit?

Het fenomeen van dromen heeft de mens altijd geboeid. Gedurende de hele oudheid werd het dromen  verklaard vanuit een religieus oogpunt. De droom gold als een wijze waarop God of de goden hun wensen aan de mens kenbaar maakten. Sinds wetenschap een overhand begint te vormen en de religie steeds meer op de achtergrond geraakt, wordt er sinds ongeveer een eeuw met een wetenschappelijker oog gekeken naar dromen. Het blijkt erg moeilijk om een droom uit te leggen. Vaak wordt een droom uitgelegd als een film die zich in je hersenen afspeelt tijdens je slaap. Dromen zijn echter veel meer dan alleen visuele indrukken, het zijn multisensorische ervaringen: in dromen kunnen we voelen, ruiken, horen en zelfs proeven alsof het realiteit is.

Hoe vaak iemand droomt en of iedereen wel droomt lijkt ook moeilijk aan te geven omdat niet iedereen altijd kan vertellen of hij of zij die nacht daadwerkelijk heeft gedroomd. Echter, er is een reden om aan te nemen dat iedereen elke nacht droomt; de overgang van het inslapen naar de diepe slaap en omgekeerd blijkt altijd gepaard te gaan met een droom. Onze slaap is verdeeld in 4 verschillende stadia, waarbij ze worden gekwalificeerd van lichte naar diepe slaap. Het 2e stadium is het stadium waarin wij dromen, deze is bij een volwassene ongeveer 15% van de totale slaap, verdeeld over gemiddeld vier of vijf periodes van ongeveer 20 minuten. Deze fase vult bij baby’s ongeveer 75% van de totale slaap, wat lijkt te bewijzen dat er een zekere natuurlijke ontwikkeling in de hersenen plaatsvindt tijdens het dromen. Duidelijk dat we dromen in dit stadium is door het feit dat de hersenactiviteit op dat moment het snelst is, ons onderbewustzijn is druk bezig met fantaseren. Het 4e stadium wordt de diepe, ofwel langzame slaap genoemd waarin de hersenactiviteit traag is. Het 1e en 3e stadium worden overgangsstadia genoemd.

Iedereen heeft wel eens ervaren bij het wakker worden te menen een droomloze nacht te hebben gehad terwijl hem of haar plotseling toch een ‘vergeten’ droom te binnen schiet. Het vergeten of onthouden van de droom hangt samen met de snelheid van de overgang van slaap naar wakker zijn. Langzaam wakker worden leidt tot het beter onthouden van het gedroomde in tegenstelling tot het snel of zelfs abrupt wakker worden. Overigens kan iedereen die zich snel of zelfs gelijk na het wakker worden concentreert op het gedroomde zijn of haar droom herinneren.

Echter, dromen zijn niet alleen afhankelijk van wat op dat moment zich in je onbewuste afspeelt maar ook prikkels van buitenaf kunnen doordringen tot in onze droom. Prikkels zoals licht en geluiden maar ook lichaamsgevoelens zoals honger, pijn en warmte sluipen binnen in onze dromen. Zo’n prikkel van buitenaf wordt meestal  door onze hersenen versterkt, veranderd of in een andere betekenis gezet als het in onze droom verwerkt wordt.

Alhoewel het biologische proces over de dromen al tot op zekere hoogte doorgrond is, is er nog altijd ontzettend veel verscheidenheid onder de mensen over de betekenis van een droom. De meningen zijn verdeeld over het feit of een droom wel een betekenis heeft en zo ja: kunnen wij deze achterhalen? In sommige geloven of culturen is er een algemene visie over dromen en hun betekenis.  Zo  heerst er nog steeds op plekken over de hele wereld sjamanisme die al dan niet onder de invloed van geestverruimende middelen dromen hebben die betrekking hebben op het welzijn van hun volk, individuele informatie geven of zelfs de oplossing van bepaalde ziektes of epidemieën blootgeven.

De westerse cultuur ziet dit sjamanisme als achterhaald en zoekt naar een meer wetenschappelijke onderbouwing om betekenis aan hun dromen te kunnen geven. De persoon die de grondlegging heeft weten te leggen voor de moderne droompsychologie is de Oostenrijkse neuroloog Sigmund Freud. Freud heeft zijn baanbrekende droomtheorie beschreven in zijn wereldbekende boek ‘Die Traumdeutung’ (De Droomduiding) die is uitgegeven in 1899. Het boek is echter gedateerd 1900, dit omdat de uitgever zo dacht dat het boek anders snel een boek uit de vorige eeuw zou lijken.

Sigmund Freud

In ‘Die Traumdeutung’ zet Freud eerst zijn theorie over dromen uiteen, voortgebouwd op zijn algemene visie op psychoanalyse. De droomtheorie is gebaseerd op de gedachte dat iedere droom van een mens een wensvervulling bevat. De wensen en driften van de menselijke geest zijn volgens Freud zeer sterk en moeten ontladen worden om het genot te kunnen hebben. Als het ontladen van een wens of drift niet via een directe manier kan, zou de geest bevrijding via de mentale kanalen zoeken. Een droom vormt zich dan als perfecte uitlatingsklep. Echter, de driften van de mens worden als verboden gezien en er mag niet zomaar in een droom concreet aan voldaan worden. Daarom worden de eigenlijk verboden onbewuste driften van de mens in een verdraaide vorm beleefd en dienen dus eerst ontcijferd te worden alvorens we ze kunnen begrijpen.

Freud geeft in ‘Die Traumdeutung’ na het behandelen van zijn theorie een handleiding, de droomduiding, voor het ontcijferen van een droom. Hij gelooft dat de betekenis van eenieder zijn droom onthuld kan worden als deze droomduiding helemaal wordt voltooid. De manier waarop deze verhulling is ontstaan noemt Freud de droomarbeid. Als de droomduiding voltooid wordt, wat in tegenovergestelde richting werkt van de droomarbeid, kan er vanuit het bewuste naar het onbewuste zelf gegaan worden. In de meeste gevallen worden dromen gevormd door de drift naar seks of woede, die volgens Freud in principe onbevredigbaar zijn.

Een weerlegging op de theorie van Freud die vandaag de dag nog steeds populair is komt van Carl Gustav Jung. Jung, die niet alleen een van de beste leerlingen van Freud was, maar tevens een van zijn beste vrienden kreeg een bittere ruzie met Freud over Freuds droomtheorie in 1914. Aanzet tot deze ruzie was het feit dat Jung het niet eens was met de beredenering van Freud dat iedere droom opzettelijk wordt verhuld door het onderbewustzijn. Naar Jungs mening zijn dromen juist een directe natuurlijke expressie van het onderbewustzijn van de dromer. Hij beweert dat dromen worden verteld in een karakteristieke taal bestaand uit symbolen, beelden en metaforen die de natuurlijke manier van expressie is voor het onderbewustzijn. De reden dat we dromen moeilijk begrijpen komt door het feit dat de taal van het onderbewustzijn zo anders is dan de taal van het bewustzijn waar wij bekend mee zijn.

Carl G. Jung

Jung bouwt zijn theorie verder door de betekenis van een droom te verdelen in twee verschillende niveaus: het objectieve en het subjectieve niveau. Het objectieve niveau legt hij uit als het deel van je droom waarin je bewustzijn, ofwel het externe, afgebeeld wordt. Het subjectieve niveau van de droombetekenis daarentegen is het deel waarin je gedachten en gevoelens vanuit je geest, ofwel het interne, worden afgebeeld. Jung bekritiseert Freud op het feit dat hij enkel het objectieve niveau van de betekenis van de droom erkent, wat niet toegang geeft tot de volledige betekenis  van de droom.

Naast deze twee algemeen populaire theorieën zijn er genoeg uiteenlopende theorieën over de betekenis van bepaalde alledaagse dromen. Zo geloven veel mensen dat een droom waarin een persoon zelf naakt voorkomt, weerspiegelt dat deze zowel onzeker als kwetsbaar is en de desbetreffende persoon zelfs een geheim draagt waarvan hij bang is dat mensen het weten omdat ze door hem kunnen heen kijken. Een ander voorbeeld wat vaak terug komt in de alledaagse droom is het vallen van een hoge hoogte zonder enige beveiliging. Hierover wordt veel gesuggereerd dat het te maken heeft met het onzekere, labiele en angstige van de dromer zelf. Er zijn zelfs theorieën dat iemand niet meer wakker wordt als hij niet voor het raken van de grond wakker wordt.

Reeds besproken is een vorm van het beïnvloeden van dromen van buitenaf. Daar werd duidelijk dat prikkels van buitenaf door onze hersenen vervormd kunnen worden en zo in onze dromen verwerkt worden. Deze vervorming van uitwendige prikkels is niet de enige manier om onze dromen te beïnvloeden.

Er zijn twee andere zeer interessante en bekende fenomenen als het gaat om het beïnvloeden van een droom. Dit zijn de zogeheten droomincubatie en lucide dromen. Deze vormen van droombeïnvloeding heb je zelf in de hand en zijn dan ook beiden te leren. Bij droomincubatie kan het nadenken over een bepaald onderwerp, situatie of gebeurtenis direct vóór het in slaap vallen resulteren in een droom die over het desbetreffende onderwerp, situatie of gebeurtenis gaat. Bij het incuberen van de droom werkt het herhalend nadenken alvorens het slapen als het planten van een zaadje in je geest die uitgroeit tot een gewenste droom.

Op Harvard Medical School heeft een docente eens geëxperimenteerd of droomincubatie kan leiden tot het dromen over een bepaald probleem of zelfs  het oplossen van het probleem in de droom. Ze gaf haar leerlingen de opdracht iedere avond van de week sterk te focussen op een alledaags probleem, zoals een huiswerkopdracht of het bedenken van een onderwerp voor een presentatie, direct vóór het moment dat ze in slaap vielen. De uitkomst van het experiment was verbazingwekkend: twee derde van de klas bleek over het probleem te hebben gedroomd, terwijl de overige één derde niet alleen over het probleem droomde maar zelfs tot een concrete oplossing was gekomen in hun droom. Droomincubatie wordt tegenwoordig veel door artiesten en wetenschappers gebruikt om een probleem waartegen ze aanlopen proberen op te lossen in hun onderbewustzijn.

Een stapje verder gaat het fenomeen dat de lucide droom heet. Een lucide droom is een bestuurbare droom. Beter gezegd, een lucide droom is een droom waarin degene die de droom beleeft, zich beseft dat hij of zij zich in een droom begeeft. Als dat moment van beseffen zich voordoet, wordt desbetreffende dromer de regisseur van zijn eigen droom en kan zelf bedenken wat hij in zijn droom wilt doen omdat hij zich bewust in zijn onderbewustzijn bevindt. Zoals we allen weten is in een droom alles mogelijk, er zijn geen natuurwetten of enige andere grenzen die situaties onmogelijk maken. Dit betekent dat het hebben van een lucide droom leidt tot ontelbare mogelijkheden. De droom is op dat moment een soort simulatiewereld in het onderbewustzijn waarin de dromer alles met zijn bewustzijn kan bouwen.

Dit fenomeen zorgt ervoor dat lucide dromen enorm veel toepassingen hebben.  Het is namelijk niet alleen mogelijk om de meest wilde droomavonturen te beleven, maar ook is het mogelijk om de droom te gebruiken ter voorbereiding op of ter verbetering van situaties in je alledaagse leven. Je kunt dromen over iets waar je gelukkig, geïnspireerd of zelfs mentaal sterk van wordt.

In de psychiatrie worden lucide dromen steeds meer gebruikt om mensen hun angsten in dromen te laten overwinnen om vervolgens in de realiteit ermee om te kunnen gaan. Zo kan iemand met een angst voor water leren lucide dromen te hebben om vervolgens in zijn dromen het water in te gaan om zo zijn angst te kunnen overwinnen. Ook kunnen op deze manier nachtmerries overwonnen worden als de desbetreffende persoon het lucide dromen beheerst.  De lucide droom vormt zo een onbeperkte trainingswereld van de realiteit, de mogelijkheden zijn grenzeloos.

Dromen zijn voor veel mensen nog steeds iets onvatbaars en misschien blijven ze dat wel altijd. Echter, zijn ze fascinerend en worden ze heel vaak als prettig ervaren. Is het echt waar dat iedere droom die we hebben een dieper liggende betekenis heeft en kunnen we die inderdaad ontcijferen om zo onze ware aard te ontdekken en misschien zelfs meer over ons als mens te leren? Dromen kunnen ons in ieder geval helpen ons situaties te laten beleven waar we gelukkig van worden, ons voor te bereiden op situaties of zelfs onze diepste angsten te overwinnen. Welke mogelijkheden liggen nog meer in deze onbekende en onbegrensde wereld die de realiteit voor ons kan verbeteren? Kan de realiteit misschien zelfs verplaatst worden naar de onbegrensde droomwereld?

Publicatie verschenen in Simon Ster 45.1