Rhetoricadispuut Tau verklaart de oorlog aan de dommigheid

en presenteert het studentenmanifest voor de privacy

Johan Freens

Rhetoricadispuut Tau is een onafhankelijk dispuut van grotendeels werktuigbouwkunde studenten. Zoals de naam al aangeeft houdt het dispuut zich bezig met de rhetorica, oftewel de welsprekendheid. De leden van het dispuut gaan minstens één keer per maand met elkaar in debat over diverse onderwerpen. Wij willen deze debatten graag met u delen, derhalve introduceren wij een nieuwe reeks van de sTAUt. Hierin bespreken we de onderwerpen die het dispuut heeft behandeld tijdens hun debatten.

Wij, het Rhetoricadispuut Tau, zullen in dit artikel binnen het thema oorlog blijven – door de redactie van kwaliteitsblad de Simon Ster aangereikt. Wij verklaren in dit artikel namelijk de oorlog aan de dommigheid. Onder dommigheid verstaan wij: niet genuanceerde opvattingen (zoals die van schapen met garnalenhersens). Andere vormen van dommigheid kennen wij niet en blijven hier dan ook onbesproken.

Nu zult u zeggen, in al uw bescheidenheid, dat academische studenten, zoals u en wij, niet dom zijn. Helaas. Hier hebt u het mis (en hier gaat u dus al in de fout); dit is namelijk wel het geval. Inmiddels vraagt u zich ongetwijfeld af: “Waar heb je het over?”. Dat zullen wij uitleggen.

Wij zijn ons vooral bewust geworden van genoemde dommigheid sinds de recente discussie omtrent privacy is losgebarsten. Begonnen is dat gepalaver toen het grootschalig bespioneren van burgers door hun overheden aan het licht is gekomen, en vooral sinds de berichtendienst Whatsapp door de sociaalnetwerkwebsite Facebook is overgenomen. In dit artikel willen wij onze medestudenten bewust maken van hun dommigheid; misschien zal het storende, dagelijkse schapengeblaatgehalte daarmee verminderen. Enfin, nu gaan wij echt beginnen.

Intermezzo: met deze introductie proberen wij u overigens geenszins te manipuleren door u als onbenullig te bestempelen als u het niet eens bent met de stelling die hieronder zal worden ingenomen door het dispuut. Slechts schapen laten zich manipuleren. In de rhetorica wordt dit ook wel bewijs per intimidatie genoemd.

Iedereen weet wel dat tegenwoordig uw leven op straat ligt. Het is dan ook overbodig om u uw gebrek aan privacy uit te gaan uitleggen. Voor de compleetheid van dit artikel doen wij dit toch: uw locatie wordt constant bijgehouden (telefoon, ov-chipkaart);  de mensen met wie u omgaat (Facebook); uw e-mail wordt gescand en uw telefoon afgeluisterd (AIVD); uw betalingsverkeer wordt gevolgd (bank en belastingdienst); uw boodschappenvoorkeur wordt bijgehouden (Albert Heijn); en uw internetbezigheden worden volledig gevolgd (Google). Wij kunnen zo nog wel even doorgaan. Met de beveiliging van deze gegevens wordt zeer lichtzinnig omgegaan; bovendien zijn deze data ongeacht de beveiliging verkrijgbaar voor minister Plasterk en zijn compagnons (vaak zonder tussenkomst van een rechter).

Omtrent deze zaken horen wij regelmatig een onzer medestudenten zeggen:

“Ik heb niks te verbergen; iedereen mag dus alles van me weten”.

Hiermee zijn wij het niet eens. U heeft namelijk wél wat te verbergen! Wij zullen u in dit artikel het belang van privacy uitleggen en pleiten voor een strengere privacywetgeving. We zullen dit doen met echte argumenten en de gevoelsargumenten (“u heeft recht op een eigen identiteit!”, en meer van dat schapengeblaat) achterwegen laten.

Laten we een gedachten experiment doen: stelt u zich eens voor dat u geen enkele privacy heeft. Dit betekent dat iedereen alles van u weet. Overal en altijd dezelfde identiteit, dat staat u te wachten. Geen enkele mogelijkheid uw rol aan te passen aan de context van uw opereren. We zullen dit illustreren met een gemiddelde student werktuigbouwkunde.

Bij zijn schoonmoeder (het is weekend) is hij een voorbeeld van matigheid en bescheidenheid. Hij is in voor een grapje en bovendien toont hij een bovengemiddelde interesse in de kookrecepten van zijn schoonmoeder. Ze vind hem hierdoor erg aardig: de ideale schoonzoon.

Bij zijn medestudenten (het is dinsdagavond) is hij een arrogante, gulzig zuipende, rokkenjagende kwal die slechts diepvriespizza’s eet. Een grapje veroordeelt hij snedig met een neerbuigend weerwoord. Zijn medestudenten vinden hem hierdoor erg aardig: de ideale medestudent.

Wat u hierboven leest is geen hypocrisie. Dit is slechts het aanpassen van iemand aan de situatie waarin hij opereert. Zonder privacy, en dus met volledige openheid van zijn eigen denkwereld, is zoiets niet mogelijk. Er zal dan onoplosbare frictie zijn tussen de student, zijn schoonmoeder en zijn medestudenten. Dit is uiterst ongewenst. Op grotere schaal zal het zelfs niet meer mogelijk zijn voor mensen om samen te werken. Oorlog (het thema van deze Simon Ster) zal heersen. Mars overwint Venus. Wie wil dat nou?

Ik hoor u al denken: “Jullie passen wederom een rhetorisch trucje toe: jullie overdrijven het gemis aan privacy tot in het absurde (reductio ad absurdum). De realiteit is zo, dat het alleen de overheid is die precies weet wat je doet, en dat een medestudent (of schoonmoeder) slechts de voor hem of haar bedoelde informatie zal krijgen”.

We zullen hierop reageren. U heeft inderdaad gelijk. Wij lieten ons even gaan. Maar een overheid die alles weet, is ook ongewenst. We zullen dit uitleggen.

U gaat er vanuit dat de overheid intrinsiek integer is. Als dit zo zou zijn, dan heeft u gelijk; dan heeft u inderdaad niks te verbergen voor de overheid. Is dit het geval? Nee, dit is niet het geval. Kijk maar naar andere welvarende landen zoals Rusland, Cuba, Venezuela, Turkije, etc. Hier gelden wetten die door grote delen van hun bevolking niet worden gezien als rechtvaardig. U weet niet, net zoals wij, welke overheid Nederland in de toekomst zal hebben. Als de overheid alles van u weet, dan wordt het een stuk moeilijker om te protesteren of burgerlijke ongehoorzaamheid te tonen. U wordt dan namelijk al gearresteerd voordat u dit heeft kunnen doen. Een autoritair bestuurd Nederland komt dan dichterbij; dat wilt niemand.

Strengere privacybeschermende maatregelen zijn dus nodig om ons te behoeden voor onze eigen, potentieel niet rechtvaardige overheid.

Denkt u dat dit artikel veel gescheer en weinig wol bevat (Brabants voor veel geschreeuw en weinig wol) en bent u nog steeds niet overtuigd, dan gaan we graag met u de peripatetische discussie aan in de uitnodigende gangpaden van onze onvolprezen faculteit.

Kortom: leve het leven, leve de privacy.

Met peripatetische groet,

Rhetoricadispuut Tau.

 

 

 

 

 

 

 

Publicatie verschenen in Simon Ster 45.3