Rot ff op Maxima!

Bart Verhaegh

Al sinds het bestaan van de Romeinse Republiek kennen we de wet ‘crimen laesae maiestatis’, vrij vertaald ‘de misdaad van de gekwetste majesteit’. In Nederland is deze majesteitsschennis ook per wet verboden: “Opzettelijke belediging van de Koning wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.” Volgens velen een traditionele wet dat in de tegenwoordige tijd geen draagvlak meer kent. Is dat zo?

Koning Willem-Alexander en koningin Maxima

Het is duidelijk dat Nederland een vrijer land is dan de meeste monarchieën nu zijn of zijn geweest. De eerste vorm van het verbieden van majesteitsschennis in het Romeinse Rijk omvatte elke vorm van tegenspraak jegens de Monarch, het beleid dat hij voerde en het in twijfel trekken van het gehele politieke instituut. Deze bescherming van het staatshoofd groeide toen uit het een zijn van het staatshoofd en de overheid; de leider van het land had namelijk, in tegenstelling tot onze Willy, vaak een significante of zelfs absolute politieke macht. Belediging van deze leider betekende dus vaak ondermijning van het overheidsgezag en dat wilden de Romeinen niet hebben.

Terug naar het heden: in Nederland is het om datzelfde overheidsgezag te beschermen verboden een ambtenaar in functie te beledigen. Wie dat doet, valt in principe de rechtsstaat aan en dit vinden we in ons land niet wenselijk. Kunnen we belediging van onze Koning nog wel onder het ondermijnen van overheidsgezag scharen? Het roepen van “Fuck de Koning!” wordt immers gedaan om het Koningshuis aan de tand te voelen en niet om macht te dereguleren, zoals het uitschelden van een politieagent dat wel doet. Met het bediscussiëren van de bescherming van de Koning toetsen we eigenlijk zijn relevantie voor de overheid.

Naast de bekende ceremoniële functies is het Koningshuis een bron van diplomatie. Misschien herinnert u zich nog wel de opening van het ‘vriendschapsjaar’ van Rusland en Nederland, of Maxima die microkredieten probeert te promoten voor kleine ondernemers in ontwikkelingslanden. Wat internationale betrekkingen betreft zit het Koningshuis niet stil en valt een deel van het handelssucces van ons land misschien wel te wijten aan een goed staatsimago met Willy als hoofdmascotte. In de politiek echter, heeft Willem-Alexander in de praktijk weinig meer te zeggen. In Nederland is de koning nergens verantwoordelijk voor, dat zijn de ministers. Ook speelt hij geen rol meer in het opmaken van Nederlands beleid; dit wordt nog eens benadrukt door een toneelstukje op Prinsjesdag, waarbij Willem-Alexander als bode het beleid puur ceremonieel voorleest met alle traditionele toeters en bellen die daarbij komen kijken.

Het beschermen van de rechtsstaat door het beledigen van de Koning te verbieden lijkt hiermee achterhaald. Zoals je een politieagent, militair of rechter niet mag aantasten in zijn machtspositie, zo vormt het uitschelden of belachelijk maken van het staatshoofd in Nederland geen directe bedreiging van het staatssysteem. Het maken van Lucky tv filmpjes of het tekenen van Juliana-cartoons valt hiermee onder de grondwettelijke vrijheden en kan dus lastig goed beargumenteerd bestraft worden. Nederlandse staatshoofden hebben in het verleden laten zien dat ze een belangrijke rol met betrekking tot economie, internationale betrekkingen en gezond patriottisme kunnen vervullen. Een slecht intern imago van de Koning kan het vervullen van die rollen beschadigen. Weinig constructieve leuzen als “Fuck het Koningshuis!” komen voort uit een ontevreden gevoel over de Oranjes en dit valt voor een deel te wijten aan hun handelen. Fred Lammers, koningshuiskenner, beargumenteert de aanwezige kritiek: “Hij is een eigenwijze man, die gewoon dingen doet zonder zich iets aan te trekken van de publieke opinie. In het verleden zetten de Oranjes eerder het landsbelang voorop, terwijl Willem-Alexander zijn eigen pleziertjes laat prevaleren.” Volgens Marc van der Linden, hoofdredacteur van het blad ‘Royalty’, is ‘het beeld van de hardwerkende Oranjes’ bij veel mensen verdwenen. “Juliana zat in de jaren zeventig spruitjes schoon te maken op de bank. Dat is het beeld dat mensen hadden. Op het moment dat de Oranjes zich gaan gedragen als nouveaux riches, haken veel mensen af. Nederlanders waren tevreden met de rijtjeshuis- en spruitjesmonarchie die we jarenlang hadden. We zitten niet te wachten op kaviaaretende en champagnedrinkende royalty en prinsen die in Ferrari’s door de hoofdstad rijden.”

Niet gek dat er dus kritiek komt van het steeds mondigere Nederlandse volk, maar of het wenselijk is de Koning weg te zetten als Prins Pils of een infantiele Hagenees is een andere vraag die niet per wet op te lossen valt. Gelukkig wordt er met Koningsdag tenminste nog wel een beetje gezopen.

Publicatie verschenen in Simon Ster 46.4