Erasmus
“Het is de hoogste wijsheid soms een dwaas te spelen.”
Bas Raes
Het is gesneden koek dat de filosofen uit de klassieke oudheid van grote invloed zijn geweest op het huidige denken in de Westerse maatschappij. Desalniettemin hebben deze denkwijzen zich niet in een rechte lijn ontwikkeld. In de Middeleeuwen werd er tijdelijk meer belang gehecht aan het verbranden van heksen, elkaar de schedel inslaan en het verkopen van plekjes in de hemel. Een sleutelfiguur in het oppakken van de wijsbegeerte, na deze terugval, is een Nederlander geweest: Desiderius Erasmus.
De Erasmusbrug, de Erasmusuniversiteiten het ERASMUS-uitwisselingsprogramma: een greep uit de gebouwen en instanties die zijn vernoemd naar deze filosoof die op de vijfde plaats eindigde in de verkiezing van de Grootste Nederlander en tegelijkertijd elfde werd in de verkiezing van Grootste Belg. Het moge duidelijk zijn dat we hier te maken hebben met één van de invloedrijkste personen uit de vaderlandse geschiedenis.
Levenswandel
Dat lag niet in de lijn der verwachting toen Erasmus omstreeks 1469 werd geboren als bastaardzoon van een priester en een vrouw van eenvoudige komaf. In die tijd betekende dat er maar een optie bestond voor je studiekeuze: theologie om daarna monnik te worden. Dat was ook precies wat er gebeurde en door zijn voogd werd hij naar de Latijnse school in Deventer gestuurd.
De stad Deventer zal niet direct de associatie oproepen met sensationele gebeurtenissen, maar dat was ook niet het doel van de school. In plaats daarvan was de school een van de vaandeldragers van de ‘moderne devotie’, een stroming waarin de gewone mens centraal staat en het authentieke christelijke leven nastreeft. Een andere belangrijke factor was de rector die Grieks in het curriculum introduceerde en vooruitstrevende sprekers uitnodigde. Zijn kennis van klassieke talen stelde hem in staat onderzoek te doen in de oudste geschriften van het Christendom en de ideeën van deze school mistten hun uitwerking niet op de latere ideeën van Erasmus.
Een uitbraak van de pest – met de dood van zijn ouders tot gevolg – maakte een einde aan zijn schoolopleiding en Erasmus kwam in een klooster in Gouda terecht. Hoewel hij daar uiteindelijk tot priester werd gewijd sterkte deze tijd zijn overtuiging dat de kerk te ver was afgedwaald van de essentie (het leven van Christus) en vastzat in dogma’s. In latere jaren onthield hij zich er dan ook niet van om de katholieke kerk regelmatig op de hak te nemen.
Al in die tijd viel Erasmus’ buitengewone kennis op en als secretaris van een bisschop was hij in staat om het kloosterleven te ontsnappen en te studeren in Parijs, Londen en Leuven. Allemaal universiteitssteden waar Erasmus in contact kwam met geleerden en zich op intellectueel niveau ontwikkelde. Het maakt Erasmus tot een van de meest bereisde en geleerdste personen van zijn tijd.
Humanisme
Het leidde ertoe dat Erasmus één van de belangrijkste filosofen van de Renaissance werd en zelfs een stroming in de filosofie aan hem wordt toegeschreven: het humanisme. Centraal in deze filosofie is menselijke waardigheid en vrijheid van de eigen wil. Hij breekt met de ernst die zo kenmerkend is voor de Middeleeuwen en bepleit een levenshouding zonder dogma’s: niets is namelijk zeker in het leven, en dat ontkennen is ijdelheid en hoogmoed. De eigenschappen van de ware mens waren volgens Erasmus: evenwichtigheid, mildheid, verdraagzaamheid en eerlijkheid. Hij had felle kritiek op de kerk van zijn tijd, omdat de kerk geen oog had voor de vier christelijke deugden die hij zo belangrijk vond.
Werken
Tijdens zijn reizen komt hij in contact met het laatste puzzelstukje dat nodig is om zijn ideeën op grote schaal te verspreiden: de net uitgevonden drukpers. Hoewel Erasmus begint met het uitgeven van commentaren op het werk van bevriende geleerden, laat hij zich al snel zelf gelden. Zijn verder geperfectioneerde kennis van het Grieks en Latijn stelt hem in staat oude werken opnieuw te vertalen. Daarnaast publiceert hij etiquetteboeken, vorstenspiegels en traktaten die heersers en burgers moesten opvoeden tot wijze en verantwoordelijke christenen.
Zelfs het werk van de kerk zelf is niet veilig voor Erasmus; bij het lezen van de evangeliën in de oorspronkelijke taal komt hij tot het inzicht dat de officiële kerkvertaling, de Vulgata, op verscheidene punten niet overeenkomt. Erasmus kom met een eigen vertaling, genaamd Novum Instrumentum, waarmee hij andere mensen ook de kans geeft om dit in te zien. Tegelijkertijd maakte hij zich ook sterk voor een andere benadering van de bijbel. Niet alleen geestelijken zouden deze moeten bestuderen; ook boeren, wevers en zelfs vrouwen (heikel punt in die tijd) zouden de bijbel moeten lezen.
Om zijn humanistische gedachtegoed verder over te brengen, geeft hij meerdere boeken uit zoals de Adagia waarin hij lezers aan de hand van spreekwoorden uitleg geeft over het humanisme. Erasmus’ ‘Colloquia’ uit 1518 viel bij veel volgelingen in de smaak en maakte hem tot een bekendheid in heel Europa. Zijn bekendste werk is echter een satirische aanklacht tegen de maatschappij, waarbij vooral de kerk het moet ontgelden. De Lof der Zotheid wordt zo populair dat Erasmus praktisch als eerste schrijver kan leven van de pen. Met de verkoop van zijn geschriften en het occasioneel onderwijzen van jonge edellieden kon Erasmus het zich veroorloven om tot aan zijn dood Europa door te reizen.
Reformatie
De tijd waarin Erasmus leefde, het begin van de Renaissance, was een turbulente tijd, uitermate geschikt voor een invloedrijk denker. Na honderden jaren van betrekkelijke stilstand zorgde de boekdrukkunst, de ontdekking van Amerika en de hernieuwde interesse voor de Klassieke Tijd ervoor dat de aloude macht van de kerk begon te tanen. Met zijn kritiek op de katholieke Kerk maakte Erasmus zich niet bepaald geliefd in geestelijke kringen, maar hij stond hier zeker niet alleen in.
Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther zijn 95 stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg, daarmee het startschot gevend voor wat uiteindelijk het Protestantisme is geworden. Vast staat dat Luther zich heeft laten inspireren door de ideeën van Erasmus en er door critici werd dikwijls gezegd: Luther broedde de eieren uit die Erasmus had gelegd.
Hoewel Erasmus zich in principe kon vinden in de redenen van Luther, wilde hij het niet laten komen tot een scheuring in de kerk. Als humanist vond hij vredelievendheid en relativering een groot goed en dus pleitte hij voor tolerantie tussen de verschillende opvattingen. Het leidde er zelfs toe dat Erasmus de pen oppakte tégen Luther, maar ondanks zijn invloed mocht dit pleidooi niet baten; de tijden van godsdienstoorlogen waren aangebroken.
Invloed
Helemaal onverdienstelijk was Erasmus niet: hij legde de basis voor de tolerantiegedachte die we tot vandaag de dag terugzien in Nederland. Overigens ging het bij de tolerantie voor Erasmus niet zozeer om de vrijheid voor de enkeling (voor Joden wees Erasmus die zelfs af), maar meer om de vrijheid van wetenschap en ideeën. Het moderne tolerantiebegrip (vrijheid voor de enkeling) is bij Erasmus niet te vinden. Een rustige, sobere devotie, voortkomend uit innerlijke bezinning, dat was zijn ideaal.