Les pros du tour

Door Rik Lubbers

Veel sporten gaan tegenwoordig over dezelfde drie belangrijke punten: spullen, doping en kudo’s. Een van de sporten waar dit vooral voorkomt is het wielrennen. De grote pelotons aan amateurs op de weg irriteren automobilisten, terwijl de topsporters vrij spel krijgen op de mooie wegen van Europa.

Ieder jaar aan het begin van de lente komt het prangende gevoel om de fiets te pakken bij vele amateurrenners naar boven. Na een lange dag studeren, is het dan o zo fijn om het ros van carbon en aluminium uit de schuur te pakken voor een kleine rit van 50 kilometer. Zodra je de stad uit bent en over de mooie paden rond Eindhoven flaneert, voel je de zwoele rijwinden zachtjes je gezicht aaien.

Het verslavende gevoel van de voldoening naderhand doet een wielrenner naar meer proeven, wat resulteert in het mooier maken van zijn fiets. Een Shimano 105 groep is niet meer voldoende, een Ultegra of Dura Ace (de nieuwere en betere modellen) moet worden gemonteerd. Elke gram van de fiets moet overwogen worden, alles moet zo licht mogelijk, ongeacht het gewicht van de renner zelf. Ook de prestaties moeten steeds beter. Gelletjes, reepjes, isotone poeders en nog meer, want in het peloton is deze vorm van doping de algemene gang van zaken. Zolang het maar betere prestaties, en dus meer kudo’s op Strava oplevert. Is deze heilige tricolon van spullen, doping en kudo’s bij amateurs veel anders dan bij de professionele tak van de sport?

Le Tour de France

De crème de la crème van het wegwielrennen komt ieder jaar samen om de grote rondes te rijden, waar de ronde van Frankrijk gezien wordt als de meest eervolle ronde van het jaar. Al sinds 1903 wordt de Tour gereden, zij het dat het niet altijd een daverend succes was, zoals het tegenwoordig is. In 1903 had Henri Desgrange, eigenaar van de krant L’Auto-Vélo tegenvallende verkoopcijfers ten opzichte van zijn concurrent Le Vélo, die hoofdsponsor was van enkele wielerwedstrijden. Om zijn krant meer in de publiciteit te krijgen organiseerde Desgrange in 1903 de eerste Tour de France met welgeteld zes etappes.

Omdat deze eerste Tour zo’n succes werd, besloot Henri een tweede ronde te organiseren met dezelfde routes en favorieten als de eerste keer. Omdat men destijds ook ’s nachts reed, werden de lokale Fransen boos vanwege de verstoring van de rust, wat resulteerde in verschillende blokkades over de routes, glas op de weg, en andere verhinderingen. Deze pesterijen en het feit dat er renners van de fiets getrokken werden deden Desgrange besluiten om nooit weer een Tour te organiseren.

Een half jaar later komt hij terug op dit besluit en worden er veel zaken vernieuwd en verbeterd. Er komen meer etappes, elf in plaats van zes. Tevens worden er etappes gepland in de Alpen en de Vogezen, waardoor er meer bergritten in Tour komen. In het jaar daarna kwamen er nog meer bergetappes bij. In die tijd kwamen er nog beren langs de weg, wat er voor zorgde dat de renners Desgrange uitmaakten voor moordenaar. Tijdens het interbellum wilden journalisten de koploper in het klassement herkennen. Zo ontstond de gele trui, refererend aan de gele kleur van het papier van l’Auto (de term Vélo moest na een rechtszaak van de naam af).

Spullen

Door al deze aanpassingen is de Tour na de Tweede Wereldoorlog steeds groter geworden. Grote namen als Jacques Anquetil, Bernard Hinault, Eddy Merckx en Miguel Indurain maakten in de tijd na de Tweede Wereldoorlog de dienst uit, met ieder vijf zeges. In het begin waren de fietsen die deze heren gebruikten vrij simpel. Gedurende de jaren zijn de fietsen en de onderdelen daarvan steeds meer ontwikkeld, ondanks dat de vorm van het frame sinds 1880 vrijwel niet veranderd is. De fiets op de weg wordt het voorbeeld voor de fiets van de amateur.

Doping

Omdat de fietsen steeds beter werden, moest er ook op andere fronten gekeken worden om het prestatieniveau hoog te houden. De voeding van de sporters wordt steeds meer geoptimaliseerd. Speciale reepjes, poeders en gelletjes worden ontwikkeld om de sporters zo efficiënt mogelijk te voorzien van nodige voedingswaarden om zo tot de top van het peloton te horen. De constante optimalisatie van voeding functioneert als een springplank naar medische optimalisatie van de sporters. Met medische middelen kunnen de bloedwaarden van de renners perfect gemaakt worden voor de extra inspanning die geleverd moet worden.

Deze medische exploitatie gaat zover dat net voor de Tour in 1998 de verzorger van de Festina-ploeg betrapt werd met grote hoeveelheden epo in zijn auto. Hierdoor werd er extra gecontroleerd op doping bij de Tour, waardoor TVM, Festina en alle Spaanse ploegen uit de Tour werden gezet.

De overtredingen van de dopingwetten is iets van alle tijden, maar speelt een grote rol in het peloton sinds het laatste decennium van de vorige eeuw. De successen van de grootmeester Lance Armstrong, die zeven keer bij de laatste etappe in het geel werd gehesen, bleken tot stand te zijn gekomen door doping., hetgeen ertoe heeft geleid dat al zijn overwinningen ongeldig zijn verklaard. Ondanks het riskeren van dergelijke straffen, blijft men proberen een optimaal lichaam te creëren.

Kudo’s

De prestatiedrang van de renners zorgt ervoor dat zij positieve publiciteit krijgen, wat goed is voor de carrière van een renner. Immers, de ploegen met de beste prestaties worden extra geïnterviewd, krijgen meer prijzengeld en meer respect in de wielerbubbel. Deze expeditie naar succes heeft vervolgens weer effect op de implementatie van nieuwe mooie spullen en het beter gebruik van lichaamsverbeterende middelen.

In principe zit er weinig verschil tussen het amateur- en professioneel wielrennen, want bij beiden gaat het om spullen, doping en kudo’s. Het niveau van de sport en de mate van optimalisatie bij de heilige tricolon is hoger op professioneel niveau. Het is belangrijk om na te denken over welke vormen van doping en spullen goed zijn voor de sport en waar de grens ligt. Het is een discussie van de buitencategorie, die in de toekomst toch eens besproken moet worden.