De filosofie van Friedrich Nietzsche
De hoop is het kwaadste der kwaadste, omdat zij de marteling verlengt.
Noud Boonen
In dit artikel duik ik in de filosofie van Friedrich Nietzsche, om erachter te komen wat wij van hem kunnen leren.
Leven
Om het gedachtegoed van deze filosoof te begrijpen, is het belangrijk om te weten hoe zijn leven eruit zag. Een leven dat je iemand niet snel gunt, maar wat hem gevormd heeft in zijn ideeën.
Friedrich Nietzsche was een filosoof die leefde in de 18e eeuw. Geboren in 1844 te Röcken, Duitsland, als zoon van een dominee. Zijn vader overleed toen hij jong was, waarna hij opgevoed werd door zijn moeder, grootmoeder, zus en tantes.
Het is belangrijk om te realiseren dat hij tijdens zijn jeugd vrijwel constant ziek was, iets waar hij de rest van zijn leven ook mee kampte. Zo had hij een neurologische aandoening waardoor hij veel last had van migraine en gevoelig was voor licht. Hierdoor zou hij voor zijn dertigste al bijna blind zijn.
Als jongeman ging hij bij het leger en vocht hij kort in de Frans-Pruisische oorlog. Hier liep hij een verwonding op, waardoor hij delen van zijn lichaam moeilijk kon bewegen en op slechte dagen zelfs helemaal niet. Gaandeweg kwam hij erachter dat zijn lichaam het beter deed in milde klimaten. Het is hierom dat hij heen en weer reisde tussen de Franse kust in de winter en de Zwitserse Alpen in de zomer.
Gedurende zijn leven bleef Friedrich Nietzsche schrijven. Zijn boeken werden echter vrijwel volledig genegeerd. Hij had door dat zijn ideeën belangrijk zouden zijn in de veranderende wereld en sprak daarom de volgende woorden uit: ‘Mijn tijd komt nog, sommige mannen worden pas na de dood geboren.’
Op 44-jarige leeftijd werd Nietzsche geestesziek, hij stuurde briefjes naar familie die hij onder andere ondertekende met ‘Caesar’, ‘De Gekruisigde’ en ‘Dionysos’. Hij danste naakt op straat en wilde de Duitse Keizer laten vermoorden. Kortom, er was niets meer van Friedrich Nietzsche over zoals men hem kende. Hij leefde nog 11 jaar, waarna hij op 55-jarige leeftijd in Weimar overleed, in 1900.
Lijden
Nu ik het leven van Friedrich Nietzsche in grote lijnen heb beschreven, is het tijd dat we hier lessen uit gaan halen. Er is één gemeenschappelijke deler gedurende heel zijn leven: lijden. Het is hierom dat deze alinea hieraan gewijd is.
Nietzsche heeft veel tegenslagen gehad in zijn leven, misschien wel veel meer dan jij of ik zullen tegenkomen, maar alsnog vond hij dat hij geen slecht leven heeft gehad. Natuurlijk, sommige tegenslagen zijn lastig om van terug te komen, zoals het kwijtraken van zijn zicht.
Volgens Nietzsche horen pijn en lijden echter bij het leven. Sterker nog, van alle aspecten in het leven is er in de ogen van Nietzsche namelijk één constante: je zult hoe dan ook pijn en leed ondervinden.
Leed is nodig om iets te bereiken wat ook maar enigszins van waarde is. No pain, no gain, zou een opgepompte Nietzsche-aanhanger je in de sportschool misschien vertellen. Het gaat hier niet om zinloos lijden, waar niks uit kan voortkomen. Het gaat hier om leed dat omgezet dient te worden in energie om nieuwe dingen te ondernemen.
Een voorbeeld: een distributeur gaat failliet, maar start een half jaar later een succesvol nieuw distributiecentrum op. Iedereen ziet failliet gaan als het einde, iets waar je niet terug van kunt komen. Wat blijkt echter: na faillissement gaat het leven gewoon door. De ondernemer wist er zelfs voordeel uit te halen door met een kritisch oog te kijken naar wat er voorheen misging en leerde zijn nieuw verkregen succes meer te waarderen.
Moraliteiten
Nietzsche had een interessante blik op de samenleving. Hij bedacht dat er twee soorten mensen zijn in de samenleving: de elite en de arbeidersklasse. Hij noemde deze klassen respectievelijk de meesters en de slaven. Hij zag namelijk weinig verschil tussen een heel leven lang werken voor weinig geld en slavernij. Hij beschreef deze klassen in zijn geloofssysteem.
Meestermoraliteit
Wanneer iedereen in het begin der tijden gelijk is en de samenleving net ontstaat, zullen sommige mensen beter zijn in bepaalde dingen. Zij het een fysieke of mentale voorsprong, deze voorsprong zal hen uiteindelijk meer middelen en dus meer macht opleveren. Hierdoor behoudt deze groep de macht en ontstaat er een cirkel. Dit is hoe er een elitegroep ontstaat.
De elite gelooft in het systeem dat je krijgt wat je verdient. Als je ergens goed in bent, of harder werkt dan je medemens, mag je hiervoor beloond worden. Ze vertellen dit verhaal aan zichzelf om te rechtvaardigen waarom zij meer hebben dan anderen. Je ziet de meestermoraliteit terug in de rechtse kant van het politieke spectrum: als je harder werkt dan anderen verdien je het om meer te hebben.
Slavenmoraliteit
Wanneer we in diezelfde samenleving kijken naar degenen die het minder goed hebben gehad in het begin, waardoor zij na generaties onderin de sociale ladder eindigen, zien we een slavenmoraliteit terug.
Deze groep gelooft in het systeem dat omdat zij zoveel nadeel gehad hebben, zoveel geleden hebben en misbruikt werden door de elite, zij het daarom verdienen om met het meeste respect behandeld te worden. De slavenmoraliteit zien we terug in de linkse kant van het politieke spectrum: de brug tussen rijk en arm moet gedicht worden, omdat de armen even goed recht hebben op geld en macht.
Geloof
Als jongen uit een Christelijke familie heeft Nietzsche veel meegekregen van het Christendom. Een deel van zijn gedachtengoed is hier dan ook van afgeleid, zoals je later in dit artikel zult zien. Eerst zal ik in het volgende het beeld wat Nietzsche had over het Christendom onder woorden brengen. Ik zal dit doen door een vergelijking te trekken tussen de Oudheid – waar Nietzsche zeer geïnteresseerd in was, als professor klassieke literatuur – en het Christendom, door gebruik te maken van de zojuist besproken moraliteiten.
Oudheid
In de tijd van de Grieken en Romeinen heerste de meestermoraliteit. In deze tijden werden kracht en uitstekendheid hoog aangeprezen, zelfs als het ten koste ging van miljoenen slaven of andere volken. Koningen en leiders die hele gebieden overnamen met bruut geweld werden gevierd door het volk en andere leiders.
Nietzsche was van mening dat waarden als kracht, uitstekendheid en onafhankelijkheid, waarden die geassocieerd worden met de meestermoraliteit, belangrijk waren in de mens. Dit contrasteert met zijn figuur: een zwakke, zieke man die vrijwel constant verzorgd moest worden.
Christendom
Met de komst van het Christendom verschoof deze moraliteit. Het Christendom biedt namelijk een boodschap van gelijkheid en is dan ook niet verbonden aan een land of etnische groep. Het christendom institueerde de slavenmoraliteit onder haar volgers. Iedereen heeft een kans om verlost te worden van zijn zonden en om een plek in de hemel te verdienen. Het Christendom heeft waarden als medelijden en liefdadigheid hoog in het vaandel staan.
Het Christendom is een religie gebaseerd op geloof. Je kunt niet bewijzen of ontkrachten dat God bestaat, je moet erin geloven. Een gevolg daarvan is dat je altijd nog iets hebt om aan vast te houden, als het leven instort.
Mensen voelden zich aangetrokken tot het Christendom omdat ze niet konden hopen op een beter leven op deze wereld, omdat de omstandigheden vroeger zo slecht waren. Je kon moeilijk wat maken van je leven, wanneer er koningen en leiders zijn die om de haverklap het land veranderen in oorlogsgebied. De beste optie die mensen hadden, was om hoop te hebben op een beter leven in het hiernamaals, door te leven zoals de Kerk voorschreef.
Door deze reden had Nietzsche het niet zo met het christendom, hij koos er daarom voor om als atheïst door het leven te gaan. De voornaamste reden hiervoor is dat hij vond dat het christendom mensen hoop geeft op een beter hiernamaals, in plaats van mensen te inspireren om in dit leven beter te leven. Hij vond dat de Kerk afleiding en troost bood, in plaats van een manier om je problemen écht aan te pakken.
Hier komt naar voren hoe belangrijk Nietzsche het lijden vond. In plaats van het lijd direct aan te gaan, ontweken mensen het door naar de Kerk te luisteren. Hierdoor misten zij kansen op een beter leven.
Wetenschap
Met de komst van een belangrijke ideologie kwam hier verandering in: de wetenschap. Door de wetenschap veranderde de wereld enorm. Eindelijk kon je in een mensenleven daadwerkelijk verandering zien. Je kon tien jaar terugkijken en je afvragen hoe je zo kon leven, een beetje zoals we nu kijken naar Cd’s en Dvd’s. Voor de jongere generaties misschien wel hoe ze nu kijken naar Facebook. Hierdoor ontstond er veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid om je eigen leven in te delen om er optimaal de vruchten van te plukken.
Het nadeel van de opkomst van deze ideologie is dat deze niet robuust is. Nu je geen hoop meer kunt halen uit een almachtig wezen, word je geconfronteerd met de waarheid dat het leven is zoals het is.
God is dood
Het is deze verandering die Friedrich Nietzsche ertoe zette om de volgende woorden op papier te zetten: ‘God is dood.’
Dit was niet zomaar een atheïstische uitspraak waarin hij wilde zeggen dat God niet bestaat. Dit was een observatie die hij deed op de staat van de wereld.
Met de komst van de wetenschap kregen mensen meer vrijheid en verantwoordelijkheid om hun eigen leven in te delen, om niet te wachten op verlossing in het hiernamaals.
Het zojuist besproken nadeel van de wetenschap, de afwezigheid van hoop, is hetgeen waar Nietzsche op doelde met deze uitspraak. Men was minder afhankelijk van God (lees: de Kerk) en werd daardoor geconfronteerd met de realiteit.
Ideologieën
Nietzsche had een hekel aan ideologieën. Hij vond ze allemaal dom, naïef of beledigend. Hij achtte de mens niet geschikt om betekenis te geven aan het leven. Als je dit toch probeerde, was je alleen de realiteit aan het ontwijken.
Hij had goed door dat de conflicterende aard van ideologieën voor problemen zouden zorgen. Zoals de meester- en slavenmoraliteit diametraal tegenover elkaar staan, staan zo ook de ideeën afgeleid van deze moraliteiten tegenover elkaar. Hij voorspelde dat deze conflicten voor meer geweld en onnodig lijden zouden zorgen dan ze ooit bedoeld waren op te lossen. Als we naar conflicten kijken die zich nu voordoen op de wereld, zat hij er niet ver naast.
Amor Fati
Van alles wat Nietzsche op papier heeft gezet, is dit het belangrijkste. Dit was hetgeen waar het allemaal naartoe leidde. Dit is wat ik je mee wil geven van mijn onderzoek naar de filosofie van Nietzsche.
Omarm het lot. Accepteer het leven zoals het is, met al haar hoogte- en dieptepunten. Leer ook van de pijn en het lijden te houden. Dicht de brug tussen de realiteit en verlangens.
Hoop voor niets, hoop voor wat er al is. Kijk om je heen naar wat je hebt, in plaats van te blijven grijpen naar iets ongrijpbaars. Want maar één ding kan een droom verpesten, en dat is om hem waar te laten komen.
Hoop niet op beter, wees beter.